5.2
Rijmodus
Taak
-
Snel/langzaam-schakelaar eventueel
op "haas" zetten.
-
Rijsnelheidknop op nul zetten.
-
Rijhendel op maximum zetten.
f
Bij uitzwenking van de rijhendel
heeft de machine al een geringe
voortstuwing!
-
Gewenste rijsnelheid instellen
m.b.v. de rijsnelheidknop.
-
Machine stopzetten: rijhendel op
de middelste stand zetten en de
rijsnelheidknop op nul zetten.
f
Bij noodsituaties de noodstopknop indrukken!
Toetsen
C 11 19