Extra printer instellen
3
Pas de wijzigingen toe.
Netwerkfunctionaliteit
Opmerkingen:
•
Koop voor u de printer op een draadloos netwerk aansluit een draadloze netwerkadapter. Neem voor
meer informatie contact op met het verkooppunt waar u de printer hebt gekocht.
•
Een SSID (Service Set Identifier) is een naam die is toegewezen aan een draadloos netwerk. Wired
Equivalent Privacy (WEP), Wi-Fi Protected Access (WPA), WPA2 en 802.1X - RADIUS zijn
beveiligingstypen die op een netwerk worden gebruikt.
Configuratie van printer op een Ethernet-netwerk voorbereiden
Als u de printer wilt configureren voor een Ethernet-netwerk, moet u de volgende gegevens verzamelen
voordat u begint:
Opmerking: als uw netwerk automatisch IP-adressen toewijst aan computers en printers, gaat u verder met
de installatie van de printer.
•
Een geldig en uniek IP-adres voor de printer
•
De netwerkgateway
•
Het netwerkmasker
•
Een persoonlijke naam voor de printer (optioneel)
Opmerking: Met een persoonlijke naam voor de printer kunt u de printer herkennen op het netwerk. U
kunt de standaardnaam gebruiken of zelf een naam opgeven die u makkelijk kunt onthouden.
U hebt een Ethernet-kabel nodig om de printer aan te sluiten op het netwerk en een beschikbare netwerkpoort
waarmee u de printer fysiek aansluit op het netwerk. Gebruik een nieuwe netwerkkabel om problemen met
een beschadigde kabel te voorkomen.
Configuratie van printer op een draadloos netwerk voorbereiden
Opmerkingen:
•
Zorg dat uw draadloze netwerkadapter geïnstalleerd is op de printer en correct werkt. Raadpleeg voor
meer informatie de instructies die bij de draadloze netwerkadapter zijn geleverd.
•
Zorg dat uw toegangspunt (draadloze router) is ingeschakeld en correct werkt.
Zorg dat u volgende gegevens bij de hand hebt voor u de printer configureert voor een draadloos netwerk:
•
SSID: de SSID wordt ook wel de netwerknaam genoemd.
•
Draadloze modus (of Netwerkmodus): de modus is infrastructuur of ad-hoc.
•
Kanaal (voor ad-hocnetwerken): het kanaal wordt standaard ingesteld op automatisch voor
infrastructuurnetwerken.
Voor sommige ad-hocnetwerken is de instelling Automatisch ook vereist. Raadpleeg de systeembeheerder
als u niet zeker bent over het kanaal dat u moet selecteren.
36