Gebruik van de zelfontspanner
Nadat de ontspanknop volledig werd ingedrukt, wordt de
foto met een korte vertraging genomen.
1
Selecteer de optie zelfontspanner in het
functiemenu.
2
Gebruik HI om de optie te selecteren
en druk op de knop Q om in te stellen.
Optie
De zelfontspanner is gedeactiveerd.
Y Off
De zelfontspanner-LED brandt eerst
ongeveer 10 seconden continu,
Y 12 sec
knippert dan ongeveer 2 seconden
en daarna wordt de foto gemaakt.
De zelfontspanner-LED knippert
ongeveer 2 seconden, waarna
Y 2 sec
de foto wordt gemaakt.
Na elke opname die met de zelfontspanner gemaakt
wordt, wordt de stand Zelfontspanner automatisch
uitgeschakeld.
De zelfontspanner annuleren nadat hij
werd gestart
Druk op de knop .
NL
P P
Y Off
Y Off
2 2
12 12
0.0
0.0
WB
WB
AUTO
AUTO
ISO
ISO
AUTO
AUTO
4 4
12
N
M
ORM
Beschrijving
De helderheid aanpassen
(belichtingscorrectie)
De standaard helderheid (juiste belichting) die door
de camera wordt ingesteld op basis van de fotostand
(behalve voor M en s ) kan helderder of donkerder
worden ingesteld om een bepaald effect te verkrijgen.
1
Selecteer de optie belichtingscorrectie in het
functiemenu.
2
Gebruik HI om de gewenste helderheid
te selecteren, en druk op de knop Q.
P P
Exposure Comp.
0.0
0.3
0.3
0.0
0.0
0.3
0.3
WB
WB
AUTO
AUTO
ISO
ISO
AUTO
AUTO
4 4
12
N
M
#
#
ORM