Fotostanden gebruiken
De fotostand wijzigen
De fotostand (P, M, N, s, P, ~, A)
kan worden gewijzigd met het functiemenu.
"Het menu gebruiken" (Blz. 4)
De standaardinstellingen van de functie zijn
aangegeven in
.
Fotograferen met automatische
instellingen (stand M )
Overeenkomstig het motief selecteert de camera
automatisch de optimale fotostand uit de opties [Portrait]/
[Landscape]/[Night+Portrait]/[Sport]/[Macro]. Dit is een
volautomatische stand waarmee de gebruiker foto's kan
maken met de beste stand voor het motief door gewoon
op de ontspanknop te drukken.
1
Stel de fotostand in op M.
Het pictogram wijzigt afhankelijk van het motiefprogramma
dat automatisch door de camera wordt geselecteerd.
In sommige gevallen kiest de camera niet de
gewenste stand om te fotograferen.
Wanneer de camera niet kan vaststellen wat de
optimale stand is, wordt [Program Auto] geselecteerd.
Er gelden een aantal beperkingen voor de instellingen
in de stand M.
4 4
12
M
Onscherpte tijdens fotograferen
verminderen (stand N)
In deze stand kan de gebruiker onscherpte verminderen
die wordt veroorzaakt door cameratrilling en bewegingen
van het onderwerp.
1
Stel de fotostand in op N.
De beste stand gebruiken om de
scène te fotograferen (stand s )
1
Stel de fotostand in op s.
Indicator N-stand
0.0
0.0
WB
WB
AUTO
AUTO
4 4
12
M
Scene Mode
Scene Mode
4 4
12
N
M
ORM
NL