Advertenties
B B e e d d i i e e n n i i n n g g s s i i n n s s t t r r u u c c t t i i e e s s
P P a a r r k k e e r r e e n n
1 Plaats de machine zo mogelijk op een egale
ondergrond. Blokkeer anders de wielen om te
voorkomen dat de machine gaat rollen. Laat het
aanbouwdeel op de grond neer.
2 Controleer of alle schakelaars en
bedieningselementen in de uitgeschakelde of
neutrale stand staan.
3 Haal de parkeerrem aan nadat de machine
volledig tot stilstand is gekomen.
4 Verwijder de sleutels.
5 Schakel de stroom uit met de
hoofdstroomschakelaar, wanneer u de machine
langere tijd zonder toezicht laat staan.
6 Controleer bij parkeren in temperaturen lager
dan 0 °C of er voldoende antivries in het
koelsysteem zit, zie bladzijde
voldoende sproeiervloeistof aanwezig is.
7 Vergrendel alle luiken, de motorkap, de ruiten en
de deur.
Let erop dat u de kans op diefstal en inbraak kunt
beperken door:
- de contactsleutel te verwijderen, wanneer u de
machine onbeheerd achterlaat;
- alle luiken, de motorkap, de ruiten en de deur na
afloop van de werkdienst te vergrendelen;
- de stroom uit te schakelen met de
hoofdstroomschakelaar en de handgreep voor
deze schakelaar te verwijderen;
- de machine niet te parkeren op plaatsen met een
verhoogde kans op diefstal, inbraak en
vandalisme;
- geen waardevolle zaken zoals een mobiele
telefoon, een computer, een radio en tassen in de
cabine achterlaten.
Wanneer u het PIN of het kenteken van de machine
in de ruiten graveert, zijn gestolen machines
gemakkelijker te identificeren.
P P a a r r k k e e r r e e n n
1 1 3 3 3 3
254 en of er
Advertenties
