B B e e d d i i e e n n i i n n g g s s i i n n s s t t r r u u c c t t i i e e s s
1 1 0 0 2 2
V V e e i i l l i i g g h h e e i i d d s s r r i i c c h h t t l l i i j j n n e e n n b b i i j j b b e e d d i i e e n n i i n n g g
138.000 tot 250.000
250.000 tot 500.000
500.000 tot 550.000
550.000 tot 750.000
meer dan 750.000
Informeer naar de locatie van alle luchtlijnen op de
werkplek en de spanning die erop staat alvorens de
machine te bedienen.
Neem contact op met de lokale autoriteiten als niet
helemaal zeker is of er spanning op de leidingen
staat en/of hoe hoog deze spanning is.
L L e e t t b b i i j j d d e e b b e e d d i i e e n n i i n n g g o o p p h h e e t t v v o o l l g g e e n n d d e e o o m m d d e e
v v e e i i l l i i g g h h e e i i d d t t e e g g a a r r a a n n d d e e r r e e n n : :
Ga na wat u moet doen in geval van vonkoverslag
naar een persoon of een machine.
Werk in de nabijheid van luchtlijnen langzamer
met de machine dan bij normaal gebruik.
Let erop dat de afstand tot luchtlijnen met lange
overspanningen door de zogeheten (uit-)zwaai
van de kabels kan afnemen.
Rijd voorzichtig over een ongelijkmatige
ondergrond, omdat de machine daarbij uit balans
kan raken.
Houd alle personen uit de buurt van de machine
als die dicht bij luchtlijnen is.
Zorg dat omstanders de machine en de lading
niet kunnen aanraken, voordat vaststaat dat dit
veilig is.
Zorg dat omstanders niet in de buurt van de
machine kunnen komen of deze kunnen
aanraken, wanneer de machine in contact staat
met een luchtlijn.
Raak iemand die in contact staat met een luchtlijn
waar stroom op staat nooit aan.
A A l l s s u u w w m m a a c c h h i i n n e e i i n n a a a a n n r r a a k k i i n n g g k k o o m m t t m m e e t t l l u u c c h h t t l l i i j j n n e e n n : :
Blijf op de bestuurdersstoel zitten zo lang de
machine contact maakt met de luchtlijn.
Waarschuw personeel buiten de machine om
geen machinedelen aan te raken en uit de buurt
te blijven.
Blijf in de bestuurdersstoel zitten en verlaag de
verhoogde onderdelen die in contact zijn
gekomen met de luchtlijnen, of rijd de machine zo
mogelijk achteruit van de luchtlijnen vandaan.
6
20
8
26
11
35
13
43
14
46