Fig. Instrumentenpaneel
1. Noodrem
2. Lamp parkeerrem
1
Afb. Instrumentenpaneel
1. Parkeerrem
2. Lampje parkeerrem
2021-03-22
Remmen - controleren
De noodrem controleren
Rijd de wals langzaam vooruit. Houdt het stuur stevig
2
vast en zet u schrap voor een plotselinge stilstand.
Druk de noodrem (1) in. De wals stopt abrupt en de
motor wordt uitgeschakeld.
Zet na het controleren van de remmen de
1
vooruit/achteruit-hendel in de neutrale stand.
Trek de noodrem (1) uit. Start de motor.
De wals is nu gereed voor gebruik.
Raadpleeg ook het gedeelte in de handleiding over de
bediening.
Remmen - controleren
De parkeerrem controleren
Rijd de wals langzaam vooruit. Houdt het stuur stevig
2
vast en zet u schrap voor een plotselinge stilstand.
Schakel de parkeerrem (1) in. De wals moet nu direct
stoppen en de motor blijft draaien.
Zet na het controleren van de remmen de
vooruit/achteruit-hendel in de neutrale stand.
Reset de parkeerrem (1).
De wals is nu gereed voor gebruik.
Raadpleeg ook het gedeelte in de handleiding over de
bediening.
4812159314_D.pdf
Controleer de remwerking als volgt:
Controleer de remwerking als volgt:
Controleer de remwerking als volgt:
Controleer de remwerking als volgt:
Onderhoud - 10u
83