Afb. Instrumentenpaneel
1. Startschakelaar
2. Toerentalregelaar motor
3. Noodstop
6. Vooruit-/achteruithendel
2021-03-22
Rijden
De wals besturen
Zet de toerentalregelaar (2) in de werkpositie: Hoog of
Eco.
Controleer of de besturing werkt door het stuur één
2
keer naar rechts en één keer naar links te draaien,
wanneer de wals stilstaat.
3
1
6
Duw de vooruit/achteruit-hendel (6) voorzichtig naar
voren of achteren, afhankelijk van de gewenste
rijrichting.
Hoe verder van de neutrale positie hoe hoger de
snelheid.
Controleer tijdens het rijden of de
waarschuwingslampjes niet zijn ingeschakeld.
4812159314_D.pdf
Men mag de machine onder geen beding bedienen
Men mag de machine onder geen beding bedienen
wanneer men op de grond staat. Tijdens het rijden
wanneer men op de grond staat. Tijdens het rijden
moet de chauffeur altijd in de chauffeursstoel
moet de chauffeur altijd in de chauffeursstoel
zitten.
zitten.
Controleer of het werkgebied voor en achter de
Controleer of het werkgebied voor en achter de
wals vrij is.
wals vrij is.
Test de noodrem (3) door deze in te drukken terwijl
Test de noodrem (3) door deze in te drukken terwijl
de wals langzaam vooruit rolt. Wees voorbereid op
de wals langzaam vooruit rolt. Wees voorbereid op
bruusk stoppen. De motor stopt en de remmen
bruusk stoppen. De motor stopt en de remmen
worden geactiveerd.
worden geactiveerd.
Bediening
45