Hydraulisch systeem
ontluchten
Het tractiesysteem ontlucht zichzelf, maar het kan
noodzakelijk zijn het systeem te ontluchten als de
vloeistof wordt ververst of nadat er werkzaamheden
zijn verricht aan het systeem.
1.
Parkeer de maaimachine op een horizontaal
oppervlak, schakel de aftakas uit en stel de
parkeerrem in werking.
2.
Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje
en wacht totdat alle bewegende onderdelen
tot stilstand zijn gekomen voordat u de
bestuurderspositie verlaat.
3.
Breng de achterzijde van de machine omhoog
op assteunen tot de aandrijfwielen van de grond
komen.
4.
Start de motor en zet de gashendel op stationair.
Opmerking:
Als het wiel niet draait, kunt u het
systeem ontluchten door de band voorzichtig
naar voren te draaien.
5.
Controleer het peil van de hydraulische vloeistof
en giet indien nodig vloeistof bij om het correcte
peil te handhaven.
6.
Herhaal dit bij het andere wiel.
Hydraulische slangen
controleren
Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren
Controleer de hydraulische slangen op lekkages,
losgeraakte aansluitingen, kinken, loszittende
steunen, slijtage, algemene beschadigingen als
gevolg van weersinvloeden en de inwerking van
chemicaliën. Voer alle noodzakelijke reparaties uit
voordat u de machine in gebruik neemt.
Opmerking:
Houd de omgeving van het
hydraulische systeem vrij van aangekoekt gras en
vuil.
Opmerking:
Lange tijd met een hoge
bedrijfstemperatuur werken in een erg warme
omgeving kan de slangen en afdichtingen aantasten.
Controleer vaker in een erg warme omgeving
en vervang de hydraulische vloeistof en het filter
frequenter.
Onderhoud van het
maaidek
Onderhoud van de
maaimessen
Om een goed maairesultaat te verkrijgen, moet u
de maaimessen scherp houden. Om het slijpen en
vervangen te vergemakkelijken, is het handig extra
messen in voorraad te hebben.
Veiligheid van de messen
Een versleten of beschadigd mes kan breken en een
stuk van het mes kan naar u of naar omstanders
worden uitgeworpen en ernstig lichamelijk of dodelijk
letsel toebrengen.
•
Controleer op gezette tijden de maaimessen op
slijtage of beschadigingen.
•
Wees voorzichtig als u de messen controleert.
Omwikkel de maaimessen of draag
handschoenen en wees voorzichtig als u
onderhoudswerkzaamheden aan de maaimessen
verricht. De maaimessen mogen alleen worden
vervangen of geslepen, probeer ze nooit recht te
maken of er aan te lassen.
•
Controleer altijd de machine om zeker te zijn dat
de messen en de mesbouten vrij zijn van slijtage of
beschadiging. Vervang versleten of beschadigde
messen en bouten altijd als complete set om een
goede balans te behouden.
•
Let op dat bij machines met meerdere maaimessen
andere messen kunnen gaan draaien doordat u
1 mes draait.
Vóór controle en onderhoud van
de maaimessen
1.
Parkeer de maaimachine op een horizontaal
oppervlak, schakel de aftakas uit en stel de
parkeerrem in werking.
2.
Zet de motor af, verwijder het sleuteltje en maak
de bougiekabels los.
De maaimessen controleren
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
1.
Controleer de snijranden
2.
Als de randen niet scherp zijn of bramen
vertonen, moet u het maaimes verwijderen en
slijpen; zie
De maaimessen slijpen (bladz.
3.
Controleer de messen, in het bijzonder het
gebogen deel.
55
(Figuur
75).
57).