Remmen afstellen
1.
Parkeer de maaimachine op een horizontaal
oppervlak, schakel de aftakas uit en stel de
parkeerrem in werking.
2.
Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje
en wacht totdat alle bewegende onderdelen
tot stilstand zijn gekomen voordat u de
bestuurderspositie verlaat.
3.
Zet de parkeerrem vrij.
4.
Om de rem af te stellen, verwijdert u de borgpen
en de gaffelpen uit de onderste remhendel en
de gaffel
(Figuur
5.
Stel de gaffel af
(Figuur
Opmerking:
De afstand tussen de remstaaf
en de band moet tussen 3 en 6 mm zijn.
Opmerking:
Draai de gaffel naar boven om de
rem strakker af te stellen. Draai de gaffel naar
onderen om de rem minder strak af te stellen.
6.
Controleer opnieuw de werking van de rem; zie
De parkeerrem testen (bladz.
7.
Bevestig de gaffel aan de onderste remhendel
met de borgpen en de gaffelpen
Figuur 62
1. Gaffel
2. Gaffelpen
62).
61).
47).
(Figuur
3. Onderste remhendel
4. R-pen
Onderhoud riemen
De riemen controleren
Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsu-
Controleer de riemen op scheuren, gerafelde randen,
schroeiplekken, slijtage, tekenen van oververhitting
en andere schade.
Tekenen dat een riem aan het slijten is, zijn: gieren
tijdens het draaien van de riem, slippen van de
messen tijdens het maaien, gerafelde randen,
schroeiplekken en scheuren. Vervang de riem als u
een van deze tekenen gewaar wordt.
Drijfriem van maaidek
vervangen
Belangrijk:
van deze machine zijn zo ontworpen dat ze op
het deksel blijven zitten nadat de bevestiging
is losgemaakt. Draai alle bevestigingen op een
62).
deksel een paar slagen losser zodat het deksel
loszit maar nog wel bevestigd is en draai de
bevestigingen daarna pas helemaal los totdat het
deksel eraf komt. Hiermee voorkomt u dat u per
ongeluk de bouten van de borgringen losdraait.
Machines met een maaidek van
91 cm
1.
Parkeer de maaimachine op een horizontaal
oppervlak, schakel de aftakas uit en stel de
parkeerrem in werking.
2.
Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje
en wacht totdat alle bewegende onderdelen
tot stilstand zijn gekomen voordat u de
bestuurderspositie verlaat.
3.
Draai de bouten los en verwijder de rechter
riemkap samen met de bijbehorende bout.
4.
Verwijder de veer van de ankerpost op de arm
g013291
van de spanpoelie
5.
Verwijder de versleten drijfriem
6.
Plaats de nieuwe drijfriem rond de
koppelingspoelie, de poelies van het
maaidek en de spanpoelie
7.
Monteer de veer aan de ankerpost op de arm
van de spanpoelie
8.
Bevestig de riemkap op het maaidek en draai
de bout vast.
48
ren—Controleer de drijfriem(en) van
het maaidek.
De bevestigingen op de deksels
(Figuur
63).
(Figuur
(Figuur
63).
(Figuur
63).
63).