Figuur 68
1. Nok
7.
Verstel de nok totdat deze is uitgelijnd met de
linker rijhendel en draai de moer van de nok
vast.
Opmerking:
Beweeg de nok rechtsom (in de
verticale stand) om de hendel te laten zakken,
en linksom (in de verticale stand) om de hendel
omhoog te brengen.
Belangrijk:
Zorg ervoor dat het vlakke
gedeelte van de nok niet boven een verticale
stand gaat (links noch rechts); anders kunt u
de schakelaar beschadigen.
De neutraalstand van de
rijhendels afstellen
Belangrijk:
Verzeker na het afstellen van de
rijhendels dat de sporing juist is
Opmerking:
Stel de horizontale uitlijning in, en dan
de uitlijning voor/achter.
Als de rijhendels niet voor-achter zijn uitgelijnd, of de
rechter rijhendel niet makkelijk in de V
springt, stel dan de neutraalstand van
NEUTRAALSTAND
de hendels in.
1.
Nadat u de horizontale uitlijning hebt voltooid,
moet u de uitlijning voor-achter controleren door
de rijhendels naar voren te duwen om eventuele
speling in de overbrenging van de rijhendels te
verhelpen
(Figuur
2. Moer
(Figuur
69).
ERGRENDELDE
69).
1. Rijhendel links
2. Rijhendel rechts
g024053
2.
Controleer of de rechter rijhendel gemakkelijk in
de
VERGRENDELDE NEUTRAALSTAND
Opmerking:
om de rijhendel naar voren te bewegen. Draai
de kabelafstelling linksom om de rijhendel naar
achteren te bewegen.
3.
Draai de kabelafstelling aan de rechterkant als
er afstelling nodig is.
Opmerking:
stappen van een kwart draai.
4.
Nadat de rechter rijhendel zo is afgesteld
dat deze gemakkelijk in de
NEUTRAALSTAND
zo in dat deze is uitgelijnd met de rechter
rijhendel.
5.
Controleer of de sporing juist is; zie
afstellen (bladz.
6.
Plaats de kabelvergrendeling op de
kabelafstellingmoeren om de afstelling te borgen
(Figuur
70).
51
Figuur 69
3. V
ERGRENDELDE
NEUTRAALSTAND
4. Lijn de rijhendels uit zodat
ze naast elkaar staan
(uitlijning voor-achter).
glijdt.
Draai de kabelafstelling rechtsom
Stel de kabelafstelling af in
VERGRENDELDE
glijdt, stelt u de linker rijhendel
De sporing
43).
g012706