Als het IP-adres juist is, verwijdert u de printer en voegt u deze opnieuw toe.
●
De computer kan niet met de printer communiceren
Test de netwerkcommunicatie door het netwerk te pingen.
●
1.
Open op uw computer een opdrachtregelprompt.
a.
b.
2.
Typ ping, gevolgd door het IP-adres voor uw printer.
3.
Het netwerk functioneert als er op het scherm retourtijden worden weergegeven.
Als de ping-opdracht is mislukt, controleer dan of de netwerkhubs zijn ingeschakeld en controleer
●
vervolgens of de netwerkinstellingen, de printer en de computer allemaal voor hetzelfde netwerk zijn
geconfigureerd (ook bekend als subnet).
Ga naar de printereigenschappen en klik op het tabblad Poorten. Controleer of het huidige IP-adres van de
●
printer is geselecteerd. Het IP-adres van de printer wordt weergegeven op de configuratiepagina.
Als u de printer hebt geïnstalleerd met de standaard TCP/IP-poort van HP, schakelt u het vakje Altijd
●
afdrukken naar dit apparaat, zelfs als het IP-adres verandert in.
Als u de printer hebt geïnstalleerd met een standaard TCP/IP-poort van Microsoft, gebruikt u de hostnaam
●
van de printer in plaats van het IP-adres.
Als het IP-adres juist is, verwijdert u de printer en voegt u deze opnieuw toe.
●
De printer maakt gebruik van de verkeerde koppelings- en duplexinstellingen voor het
netwerk
HP raadt aan deze instellingen op de automatische modus te laten staan (de standaardinstelling). Als u deze
instellingen wijzigt, moet u deze ook voor uw netwerk wijzigen.
Nieuwe softwareprogramma's veroorzaken mogelijk compatibiliteitsproblemen
Controleer of nieuwe softwareprogramma's juist zijn geïnstalleerd en de juiste printerdriver gebruiken.
De computer of het werkstation zijn mogelijk onjuist geïnstalleerd
Controleer de instellingen van de netwerkdrivers, printerdrivers en netwerkomleiding.
●
Controleer of het besturingssysteem juist is geconfigureerd.
●
De printer is uitgeschakeld of andere netwerkinstellingen zijn niet juist
Bekijk de configuratie-/netwerkpagina's van de printer om de status van de netwerkinstellingen en
●
protocollen te controleren.
Configureer indien de netwerkinstellingen opnieuw.
●
58
Hoofdstuk 7 Een probleem oplossen
Voor Windows, klik op Start, vervolgens Run (uitvoeren), voer cmd in en druk op Enter.
Ga in macOS naar Programma's, Hulpprogramma's en open Terminal.