2.
Selecteer de printer in de lijst met printers en klik vervolgens op de knop Eigenschappen of Voorkeuren om
het printerstuurprogramma te openen.
3.
Klik op het tabblad Papier/kwaliteit.
4.
Selecteer het juiste formaat voor de etiketten in de vervolgkeuzelijst Papierformaat.
5.
Selecteer Etiket in de vervolgkeuzelijst Papiersoort.
6.
Selecteer in de vervolgkeuzelijst Papierbron Lade 1 of Handmatige invoer (lade 2).
7.
Klik op OK om het dialoogvenster Document Properties (documenteigenschappen) te sluiten.
8.
Klik in het dialoogvenster Afdrukken op de knop Afdrukken om de taak af te drukken.
Standaardpapierinstellingen wijzigen
De printer kan automatisch detecteren of de invoerlade met papier werd beladen en detecteert of de het papier
breed, smal of middelbreed is. U kunt het standaard brede, middelbrede of smalle papierformaat, gedetecteerd
door de printer, veranderen.
1.
Druk op het bedieningspaneel van de printer op de knop rechts op het bedieningspaneel om de optie Laden
te selecteren.
2.
Druk op de knop OK om te bevestigen.
3.
Selecteer Aanpassen en druk op OK om de gewenste wijzigingen door te voeren.
Standaardpapierinstellingen wijzigen
19