5.
Selecteer Envelop in de vervolgkeuzelijst Papiersoort.
6.
Selecteer in de vervolgkeuzelijst Papierbron Lade 1 of Handmatige invoer (lade 2).
7.
Klik op OK om het dialoogvenster Document Properties (documenteigenschappen) te sluiten.
8.
Klik in het dialoogvenster Afdrukken op de knop Afdrukken om de taak af te drukken.
Etiketten plaatsen en printen
Plaats etiketten in de printer en druk de etiketten af met de juiste afdrukinstellingen.
Etiketten in een lade plaatsen
Plaats etiketten in een van de twee beschikbare papierladen. Controleer of de etiketten met de afdrukzijde naar
boven en met de bovenrand richting de printer zijn geplaatst.
Lade 1: Plaats één etiket in de sleuf voor enkele invoer. Stel de papiergeleiders bij tot ze de rand van het vel
●
met labels raken.
Lade 2: Trek lade 2 naar buiten en plaats maximaal vijftig vellen etiketten. Stel de papiergeleiders bij tot ze
●
de rand van de labels raken en duw de lade naar binnen.
Etiketten afdrukken
Selecteer de juiste instellingen in de printerdriver voordat u de afdruktaak naar de printer verzendt.
1.
Selecteer de optie Afdrukken in de software van waaruit u wilt afdrukken.
18
Hoofdstuk 3 Afdrukmateriaal laden