VERBONDEN-PICTOGRAM: Wordt weergegeven wanneer de fiets met Mission Control is
verbonden.
KLAAR VOOR REGISTRATIE-PICTOGRAM: Wordt weergegeven wanneer de fiets met
Mission Control is verbonden en klaar is om uw rit te registreren.
REGISTRATIE-PICTOGRAM: Wordt weergegeven wanneer u start met het registreren van
uw rit in Mission Control of wanneer Mission Control beweging detecteert en start met het
registreren van uw rit wanneer 'Automatische start actief' geactiveerd is.
ONDERBROKEN-PICTOGRAM: Wordt weergegeven wanneer u het registreren van uw rit
in Mission Control onderbreekt of wanneer Mission Control geen beweging detecteert en het
registreren van uw rit onderbreekt wanneer 'Automatische start actief' geactiveerd is.
GESTOPT-PICTOGRAM (5 seconden): Wordt weergegeven wanneer u uw rit handmatig in
de Mission Control-app stopt.
Wanneer u in de Mission Control-app op stop hebt gedrukt of de fiets gedurende langer dan
3 uur niet werd gebruikt, wordt uw rit opgeslagen. Als dit niet het geval is, zal Mission Control
de opname hervatten wanneer het binnen de 3 uur beweging detecteert.
10. BATTE RIJ E N OPLA DER
Zoals reeds gemeld is uw fiets voorzien van een krachtige lithium-ionbatterij die in het fietsframe
is geïntegreerd. De Kenevo SL-batterij bevindt zich binnenin de onderbuis en kan alleen na het
verwijderen van de motor worden verwijderd. Alle werkzaamheden aan de motor en batterij
mogen alleen door een geautoriseerde Specialized Turbo retailer worden uitgevoerd.
Houd rekening met de energie die in uw batterij is opgeslagen en zorg dat u de onderstaande
instructies betreffende het hanteren, opladen, opbergen en reinigen van de batterij hebt
gelezen. Het negeren van deze instructies kan ernstige gevolgen hebben en tot brand leiden,
wat ernstige verwondingen aan u en/of andere personen kan veroorzaken.
Raadpleeg de sectie met technische gegevens over de batterij in deze handleiding voor alle
bedrijfs- en opslagtemperatuurbereiken.
1 0 .1. I NST R U CT I ES M E T B E TRE KKI NG TOT BRAN D GEVA AR OF RI SI C O
O P ELE KT R I S CH E S CH O K K E N
Gebruik alleen het type batterij dat speciaal is ontworpen voor en goedgekeurd is door
Specialized voor gebruik met uw fiets. Hetzelfde geldt voor de oplader, de laadkabel en de
23
uitgangskabel. Gebruik alleen ladercomponenten die door Specialized zijn goedgekeurd
voor gebruik met uw batterij.
Gebruik of laad nooit een batterij met externe schade op, zoals een gebarsten of gebroken
behuizing, of in geval er batterijvloeistof lekt. Hetzelfde geldt voor uw oplader, de laadkabel en
de uitgangskabel. Als er externe schade op uw oplader zichtbaar is, gebruikt u deze niet. Als
de laadkabel of uitgangskabel gerafeld is of beschadigde isolatie heeft, gebruikt u deze niet.
Zorg dat uw batterij juist is geïnstalleerd en op zijn plaats is vastgemaakt alvorens met uw
fiets te rijden. Zorg dat de batterij niet op de grond valt wanneer u deze uit de fiets haalt.
Een harde impact kan de batterij beschadigen, dat al dan niet aan de buitenkant zichtbaar
is, en leidt tot een onveilige werking van de batterij.
Water binnenin een batterij of oplader kan kortsluiting of brand tot gevolg hebben. Maak
uw batterij of oplader niet schoon met een hogedrukreiniger. Dompel ze niet in water onder
en laat ze niet buiten in de regen of sneeuw achter. De opladers zijn alleen ontworpen
voor een gebruik binnenshuis. Wanneer u de oplader op de batterij aansluit, zorgt u dat de
aansluitingen droog en schoon zijn.
Houd altijd toezicht wanneer uw batterij wordt opgeladen en ontkoppel de oplader
van de batterij wanneer deze volledig is opgeladen. Laat uw batterij niet op de voeding
aangesloten of laad uw batterij niet 's nachts op. Ontkoppel de batterij onmiddellijk van de
oplader wanneer u tijdens het opladen een probleem ervaart, bijv. wanneer de oplader of
de batterij abnormaal heet wordt (bijv. te heet om aan te raken) of wanneer de led-lichten
of het display/de displays een probleem signaleren.
De batterij kan tijdens het opladen warm worden. Wanneer de batterij buiten het
fietsframe wordt opgeladen, plaats deze dan op een vlakke, stabiele en warmtebestendige
ondergrond en zorg voor voldoende ventilatie. Hetzelfde geldt voor de oplader. Leg de
batterij of de oplader niet op een mat of tapijt en dek ze tijdens het opladen niet af om
brandgevaar te vermijden. Als uw batterij na het opladen gedurende een lange tijd warm
blijft, kan deze beschadigd zijn.
Zorg dat de batterij of de oplader nooit wordt geopend, uit elkaar wordt gehaald of wordt
aangepast. Raak de componenten onder stroom niet aan. Schakel de batterij altijd uit
voordat u werkzaamheden op uw fiets uitvoert, voordat de batterij wordt opgeladen en
wanneer de fiets niet wordt gebruikt.
Laat geen metalen voorwerpen, zoals sleutels, muntstukken of schroeven, in contact
komen met de batterij, de laadaansluiting van de batterij of de laadconnector van de