OPNAMEFUNCTIES
36
NE
Diafragmablokkering
Net als de pupil van het menselijk oog, trekt het
diafragma in een goedverlichte omgeving samen om te
voorkomen dat er te veel licht binnenvalt. In een donkere
omgeving verwijdt het diafragma zich om meer licht
binnen te laten.
Gebruik deze functie in de volgende situaties:
● Als u een bewegend onderwerp filmt.
● Als de afstand tot het onderwerp verandert (waardoor de
grootte ervan op het LCD-scherm of in de zoeker
verandert), bijvoorbeeld als het onderwerp zich van u
verwijdert.
● Als u filmt met een reflecterende natuurlijke achtergrond,
bijvoorbeeld het strand of een besneeuwde berg.
● Als u onderwerpen onder een spot filmt.
● Bij het inzoomen.
1
Zet de aan/uit-knop op "M".
2
Druk op EXPOSURE.
● De aanduiding voor de belichtingsinstelling verschijnt.
3
Zoom in of uit totdat het onderwerp het LCD-scherm
of de zoeker vult. Druk vervolgens SET meer dan twee
seconden in. De belichtingsinstellingsaanduiding en de
aanduiding " " verschijnen.
4
Druk op SET. De aanduiding "
het diafragma wordt geblokkeerd.
De automatische diafragmaregeling herstellen
Druk tweemaal op EXPOSURE. Of zet de aan/uit-knop
op "A".
● De belichtingsinstellingsaanduiding en "
De belichtingsinstelling en het diafragma blokkeren
Na stap 2, past u de belichting aan door op w of e te
drukken. Vervolgens blokkeert u het diafragma in stap 3
en 4. Druk tweemaal op EXPOSURE bij stap 2 om het
automatisch blokkeren in te schakelen. De belichting en
het diafragma worden automatisch geregeld.
Achtergrondlicht compenseren
Bij achtergrondlichtcompensatie wordt het onderwerp
snel lichter gemaakt.
Via een eenvoudige bediening kunt u de
achtergrondlichtcompensatiefunctie inschakelen.
Hiermee wordt het donkere gedeelte van het onderwerp
helderder gemaakt door dit langer te belichten.
1
Zet de aan/uit-knop op "M".
2
Druk op BACK LIGHT zodat de indicator voor
achtergrondlichtcompensatie "
Achtergrondlichtcompensatie opheffen
Druk tweemaal op BACK LIGHT, zodat de indicator "
verdwijnt.
OPMERKING:
Als u de achtergrondlicht compenseren gebruikt, is het
mogelijk dat het licht rondom het onderwerp te fel wordt en
het onderwerp zelf te wit.
" verandert in "
" en
" verdwijnen.
" verschijnt.
"
Spotbelichtingsregeling
Door een spotmeetgebied te selecteren is een
nauwkeurige belichtingscompensatie mogelijk. U kunt op
de LCD-scherm/in de zoeker drie meetgebieden
selecteren.
1
Zet de aan/uit-knop op "M".
2
Druk tweemaal op BACK LIGHT zodat de aanduiding
voor spotbelichtingsregeling "
● Er verschijnt een frame voor het spotmeetgebied in het
midden van de LCD-monitor/de zoeker.
3
Druk op w of e om het gewenste frame voor het
spotmeetgebied te selecteren.
4
Druk op SET.
● De spotbelichtingsregeling is ingeschakeld.
● De belichting wordt aangepast om het geselecteerde
gebied zo helder mogelijk te maken.
Het diafragma blokkeren
Druk na stap 3 op SET en houd deze knop langer dan 2
seconden ingedrukt. De indicator "
diafragma wordt geblokkeerd.
Spotbelichtingsregeling opheffen
Druk eenmaal op BACK LIGHT, zodat de indicator "
verdwijnt.
OPMERKINGEN:
● U kunt de spotbelichtingsregeling niet tegelijkertijd met de
volgende functies gebruiken:
• "SQUEEZE" in "WIDE MODE" (
• "SPOTLIGHT", "STROBE" of "SNOW" in "PROGRAM AE"
(
blz. 38)
• Digitale zoomfunctie (
• Handmatige belichtingsregeling
● Het resultaat is niet altijd optimaal, afhankelijk van de
opnamelocatie en -omstandigheden.
" verschijnt.
" verschijnt en het
blz. 30)
blz. 18)
"