De functie [SCHEDULE/OFF TIMER] (Schema/
Uitschakeltimer) werkt niet goed
•
De functie [SCHEDULE] (Schema) wordt uitgeschakeld
wanneer de functie [OFF TIMER] (Uitschakeltimer) wordt
ingesteld.
•
Als de functie [OFF TIMER] (Uitschakeltimer) is
ingeschakeld en de monitor wordt uitgeschakeld door
onverwachte onderbreking van de stroomtoevoer, wordt
de functie [OFF TIMER] (Uitschakeltimer) gereset.
Sneeuw, slecht geluid in tv
•
Controleer de antenne- of kabelaansluiting.
Gebruik indien nodig een nieuwe kabel.
De USB-hub werkt niet
•
Controleer of de USB-kabel goed is aangesloten.
Raadpleeg de gebruikershandleiding bij uw USB-
apparaat.
•
Controleer of de USB-upstreampoort op de monitor
is verbonden met de USB-downstreampoort op de
computer. Zorg ervoor dat de computer op [ON] (Aan)
staat of dat [USB POWER] (USB-voeding) op [ON] (Aan)
staat.
•
Koppel een upstream USB-kabel los als u 2 upstream-
aansluitingen gebruikt.
Interferentie in tv
•
Controleer de afscherming van de onderdelen; plaats ze
zonodig verder van de monitor af.
Led-indicatorpatronen
Het lampje van de monitor brandt niet (geen
blauwe of rode kleur zichtbaar) (zie
•
Controleer of het netsnoer goed is aangesloten
op de monitor en de muur en zorg ervoor dat de
hoofdschakelaar van de monitor is ingeschakeld.
•
Controleer of de computer niet op een
energiebesparende modus is ingesteld. (Druk hiervoor
op een toets op het toetsenbord of verschuif de muis).
•
Controleer of de [POWER INDICATOR]
(Stroomindicator) is ingesteld op [ON] (Aan) in de
[CONTROL] (Bediening) instellingen van het OSD-menu.
USBof RS-232C of LAN-controle is niet
beschikbaar
•
•
De monitor gaat automatisch in stand-by
•
•
•
De mediaspeler herkent het USB-opslagapparaat
niet
•
•
MicroSD-geheugenkaart werkt niet
•
•
Led-kleuren, behalve blauw, knipperen of branden
pagina
32)
•
•
•
Nederlands−93
Controleer RS-232C (omgekeerd type) of de LAN-kabel.
Voor aansluiting is een LAN-kabel van categorie 5 of
hoger vereist.
Controleer de USB-kabel aangesloten op de USB2-poort.
Controleer of [EXTERNAL CONTROL] (Externe
besturing) is ingesteld op [ENABLE] (Inschakelen) en
[PC SOURCE] (Pc-bron) is ingesteld op [EXTERNAL
PC] (Externe pc).
Controleer de instelling [OFF TIMER] (Uitschakeltimer).
Stel de [CEC]-functie in op [OFF] (Uit). De monitor kan in
de stand-bymodus gaan wanneer een aangesloten CEC-
ondersteund apparaat in stand-by gaat.
Controleer [POWER] (Aan/uit) in de [SCHEDULE
SETTINGS] (Schema-instellingen).
Controleer of een USB-apparaat is aangesloten op de
Media Player USB-poort.
Controleer de bestandsindeling van het USB-
opslagapparaat als dit niet wordt herkend door de
monitor.
Controleer of de microSD-geheugenkaart correct is
aangesloten.
Controleer de bestandsindeling van de microSD-kaart.
Mogelijk is er een storing opgetreden, neem contact op
met uw leverancier.
Als het beeldscherm wordt uitgeschakeld doordat
de interne temperatuur hoger is dan de normale
werktemperatuur, zal een led-lampje zes keer groen,
geel of rood knipperen. Laat de monitor enkele minuten
afkoelen en schakel hem vervolgens weer in.
De monitor kan in de stand-bystand staan.
Druk op de aan-uitknop op de afstandsbediening of druk
op de
-knop op de monitor.