Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

NEC MultiSync UX552 Gebruikershandleiding pagina 118

Inhoudsopgave

Advertenties

MULTI-DSP MENU
V SCAN REVERSE
(Verticaal scannen
omkeren)
NONE (Geen)
AUTO (Automatisch)
MANUAL (Handmatig)
NON REVERSE
(Niet omgekeerd)
REVERSE
(Omgekeerd)
TILE MATRIX MEM
(Geheugen tegelmatrix)
COMMON (Standaard)
INPUT (Ingang)
ID CONTROL (ID-beheer)
MONITOR ID
GROUP ID (Groeps-id)
AUTO ID/IP SETTING
(Automatische id/IP-
instelling)
SETTING ITEM
(Item instellen)
MONITOR ID
(Monitor-id)
IP ADDRESS
(IP-adres)
ID and IP (ID en IP) Zowel de monitor-id als het IP-adres worden automatisch toegewezen aan alle monitors binnen de LAN-serie,
De panelen worden normaal gesproken van boven naar onder gescand. Door deze richting om de rij te
wijzigen, kan bij het afspelen van bewegende beelden de ruimte tussen de frames worden verminderd.
Zonder V SCAN REVERSE
OPMERKING: als [V SCAN REVERSE] (Verticaal scannen omkeren) is ingesteld op [AUTO] (Automatisch) of
[MANUAL] (Handmatig), is [FRAME COMP] (Schermcomp.) niet beschikbaar.
[V SCAN REVERSE] (Verticaal scannen omkeren) is niet beschikbaar.
Stelt automatisch een berekende beeldscanrichting in voor alle monitors.
Stelt beeldscanrichting in voor afzonderlijke monitor.
Stelt normale scanrichting in en vertraagt beeldtiming van 1 frame.
Omgekeerde scanrichting voor afzonderlijke monitor.
Hiermee kunt u selecteren of instellen of opties voor de tegelmatrix die voor de huidige invoer zijn
geconfigureerd, op de invoeren van alle monitors moeten worden toegepast.
Alle instellingen in de [TILE MATRIX] (Tegelmatrix) worden opgeslagen voor alle signaalingangen.
Alle instellingen in de [TILE MATRIX] (Tegelmatrix) worden opgeslagen voor de geselecteerde signaalingang.
Hiermee selecteert u de id van de monitor, wijst u de monitor aan groepen toe en kunt u de optie voor het
automatisch toewijzen van een monitor-id en IP-adres in een installatie met meerdere schermen vinden
wanneer de monitors in een serie met LAN-kabels aan elkaar worden gekoppeld.
Hiermee stelt u de monitor-id in tussen 1-100. Dit is een uniek nummer om een monitor in een serie met
meerdere schermen te herkennen. Dit nummer wordt door de afstandsbediening in de ID-modus ook gebruikt
om in een serie met meerdere schermen een enkele monitor te bedienen.
OPMERKING: Er wordt sterk aangeraden een nummer toe te wijzen, zodat de monitor afzonderlijk kan worden
herkend en bediend.
Met deze functie wijst u monitoren aan groepen toe. Door dit te doen kunt u opdrachten naar alle
beeldschermen sturen, waarbij de opdracht alleen voor monitoren met het juiste groeps-id wordt uitgevoerd.
Dankzij groeps-id's kunt u specifieke groepen monitoren aanturen via een enkele opdracht, met razendsnelle
gelijktijdige bediening voor monitoren die in een serie zijn aangesloten. Dit komt bijvoorbeeld van pas als u
snel wilt schakelen tussen video-ingangen of tegelmatrixconfiguraties in een videowand. De functie [GROUP
ID] (Groeps-id) wordt alleen gebruikt via LAN- of RS-232C-opdrachten vanaf uw software of beheersysteem.
Monitoren kunnen worden toegewezen aan een van de 10 beschikbare groeps-id's met het label A-J.
Raadpleeg het bestand External_Control.pdf (zie
Hiermee worden de monitor-id's en/of IP-adressen in een LAN-serie automatisch ingesteld. Selecteer [START]
en druk op de afstandsbediening op SET (Instellen) om het menu [AUTO ID/IP SETTING] weer te geven.

OPMERKING:
• Alle wijzigingen in het menu [AUTO ID/IP SETTING] dienen op de primaire monitor te
worden gemaakt. Dit is de eerste monitor in de LAN-serie. Het automatisch nummeren start
op de primaire monitor met 1 en telt dan steeds één verder.
 • Zet de primaire monitor niet uit of in de standby-stand terwijl [AUTO ID/IP SETTING] of
[AUTO ID/IP RESET] wordt uitgevoerd.
 • Onderbreek de LAN-serie van de monitors niet door netwerkapparaten tussen de monitors
aan te sluiten.
Hiermee selecteert u welke functie automatisch aan een nummer in de LAN-serie moet worden gekoppeld.
De nummering wordt vanaf de basisnummers in het menu automatisch achtereenvolgend toegewezen.
Nummer voor monitor-id's worden automatisch voor alle monitors in de LAN-serie toegewezen, beginnend
vanaf het nummer dat is ingesteld als [BASE NUMBER] (Basisnummer).
Met deze optie wordt het huidige IP-adres niet gewijzigd.
IP-adressen worden automatisch aan alle monitors binnen de LAN-serie toegewezen. De eerste drie
achttallen worden ingesteld op basis van het [BASE ADDRESS] (Basisadres), het vierde achttal begint bij het
BASE NUMBER (Basisnummer) en telt vanaf 1 voor iedere monitor in de LAN-serie één omhoog.
Met deze optie worden de huidige monitor-id's niet gewijzigd.
te beginnen bij het [BASE NUMBER] (Basisnummer) en [BASE ADDRESS] (Basisadres).
Met V SCAN REVERSE
Frameruimte
pagina
98) voor de opdrachtcodes van de monitor.
Nederlands−114
Panelenscan

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Multisync ux552s

Inhoudsopgave