Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

NEC MultiSync UX552 Gebruikershandleiding pagina 119

Inhoudsopgave

Advertenties

MULTI-DSP MENU
BASE NUMBER
(Basisnummer)
BASE ADDRESS
(Basisadres)
ID/IP SETTING START
(Start id/IP-instelling)
DETECTED
MONITORS
(Gedetecteerde
monitors)
AUTO ID/IP RESET
(Automatisch id/IP
opnieuw instellen)
RESET ITEM (Item
opnieuw instellen)
ID/IP RESET START
(Start id/IP opnieuw
instellen)
DETECTED MONITORS
(Gedetecteerde monitors)
COMMAND TRANSFER
(Opdracht verzenden)
RESET (Opnieuw instellen)
Hiermee kunt u het startnummer instellen voor de monitor-id en/of het IP-adres.
Dit is het nummer dat aan de primaire monitor wordt toegewezen. Bij het automatisch nummeren worden aan
iedere monitor in de LAN-serie achtereenvolgende nummers toegewezen, te beginnen bij het basisnummer en
in stapjes van één.
Wanneer AUTO ID wordt uitgevoerd:
- De nummers van de monitors liggen tussen 1 en 100. Het startnummer van de primaire monitor dient
laag genoeg te zijn om het mogelijk te maken dat alle monitors binnen de LAN-serie een nummer krijgen
toegewezen. Bij het automatisch nummeren wordt steeds met één verder geteld, tot 100. Bij een LAN-serie
van 20 monitors, dient het BASE NUMBER (Basisnummer) 80 of lager te zijn.
Wanneer AUTO IP wordt uitgevoerd:
- Dit is het vierde achttal in het IP-adres. De achttallen 1 tot en met 3 zijn ingesteld als BASE ADDRESS
(Basisadres). Het BASE NUMBER (Basisnummer) wordt automatisch aan de primaire monitor toegewezen
en telt tot het einde van de LAN-serie steeds met één verder.
- Als de primaire monitor verbinding met een netwerk heeft, zorg er dan voor het uitvoeren van AUTO IP voor
dat er geen conflicten met IP-adressen zijn.
Wanneer IP en ID worden uitgevoerd:
- Het BASE NUMBER (Basisnummer) is het startnummer voor zowel de monitor-id als het vierde achttal
van het IP-adres. Als de primaire monitor op een netwerk wordt aangesloten en een blok IP-adressen
niet beschikbaar is op een nummer dat laag genoeg is om automatisch id's toe te wijzen, wordt het daarom
aanbevolen AUTO ID en AUTO IP afzonderlijk uit te voeren in plaats van de gezamenlijke functie te
gebruiken.
Hiermee wordt het eerste tot en met het derde achttal ingesteld voor de IP-adressen die tijdens het
automatisch nummeren worden toegewezen. Als de primaire monitor verbinding met een netwerk heeft,
moeten deze velden voor de monitors die via LAN toegankelijk moeten zijn, overeenkomen met de IP-
nummers van het netwerk, zoals 192.168.0 of 10.0.0.
Het vierde achttal wordt ingesteld als [BASE NUMBER] (Basisnummer) en telt vanaf de primaire monitor
steeds één verder.
OPMERKING: [BASE ADDRESS] (Basisadres) is alleen beschikbaar indien [IP ADDRESS] (IP-adres) of [ID
and IP] (Id en IP) zijn geselecteerd voor het [SETTING ITEM] (Instellingsitem).
Selecteer YES (Ja) en druk op de afstandsbediening op SET (Instellen) om de functie voor het automatisch
nummeren in te schakelen. Voordat wordt begonnen, wordt eerst het aantal monitors in de LAN-serie
gedetecteerd.
Hiermee kunt u zien hoeveel monitors er binnen de LAN-serie zijn gedetecteerd. Als het aantal klopt,
selecteert u CONTINUE (Verdergaan) en drukt u op de afstandsbediening op SET (Instellen) om het
automatisch nummeren te beginnen.
Als het aantal monitors niet juist is, controleert u of alle monitors voeding hebben en zijn ingeschakeld en
controleert u daarnaast de LAN-kabels waarmee de monitors met elkaar verbonden zijn. Selecteer vervolgens
RETRY (Opnieuw proberen) en druk op SET (Instellen) om opnieuw te beginnen met de detectie van monitors.
Wanneer het uitvoeren van [AUTO ID/IP SETTING] is voltooid, wordt op het scherm de status FINISH!
(Voltooid!) weergegeven.
OPMERKING: Zet de primaire monitor niet uit of in de standby-stand terwijl [AUTO ID/IP SETTING] wordt
uitgevoerd.
Hiermee worden de monitor-id's en/of IP-adressen in een LAN-serie opnieuw ingesteld. Selecteer [START] en
druk op de afstandsbediening op SET (Instellen) om het menu [AUTO ID/IP RESET] weer te geven.
Selecteer het item dat u voor alle schermen in de LAN-serie wilt wijzigen.
Selecteer YES (Ja) en druk op SET (Instellen) om het geselecteerde [RESET ITEM] opnieuw in te stellen.
[MONITOR ID] zal alle monitor-id's instellen op 1 (standaardinstelling).
[IP ADDRESS] zal alle ip-adressen van de monitors terugzetten naar hun vorige instelling.
[ID and IP] zullen zowel de monitor-id's als de IP-adressen terugzetten.
Geeft het aantal gedetecteerde monitors weer.
Indien [ON] (Aan) is geselecteerd, worden de opdrachten die naar de primaire monitor worden verzonden, ook
automatisch naar de andere monitors binnen de LAN-serie verzonden.
Hiermee zet u alle instellingen in het menu MULTI DISPLAY (Meerdere beeldschermen) terug naar de
fabrieksinstellingen.
Nederlands−115

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Multisync ux552s

Inhoudsopgave