CONTROL MENU (Menu Bediening)
SECURITY (Beveiliging)
PASSWORD
(Wachtwoord)
SECURE MODE
(Beveiligde modus)
OFF (Uit)
START-UP LOCK
(Opstartvergrendeling)
CONTROL LOCK
(Besturingsvergrendeling)
BOTH LOCK (Beide
vergrendelingen)
IR LOCK SETTINGS
(Instellingen IR-vergrendeling)
MODE SELECT
(Modusselectie)
UNLOCK
(Ontgrendelen)
ALL LOCK
(Alles vergrendelen)
CUSTOM LOCK
(Aangepast
vergrendelen)
Vragen naar een wachtwoord wanneer de monitor wordt gebruikt.
OPMERKING: Deze functie is bedoeld om de weergave op deze monitor te beperken.
Dit is niet bedoeld om de toegang van virussen op deze monitor via de aangesloten externe apparaten of
signaalingangen te beperken of voorkomen.
Voer het huidige wachtwoord in om de instellingen in dit menu te wijzigen. Het standaardwachtwoord is 0000.
Wanneer deze optie is ingeschakeld, is voor gebruik van de monitor een wachtwoord vereist.
Wanneer deze optie is ingeschakeld is geen wachtwoord vereist om de monitor aan te zetten en te bedienen.
Wanneer deze optie is ingeschakeld, is een wachtwoord vereist om de monitor aan te zetten.
Er wordt naar het wachtwoord gevraagd wanneer op het paneel van het scherm of op de afstandsbediening
op een knop wordt gedrukt.
Het wachtwoord is zowel vereist voor het aanzetten van de monitor als het bedienen van de monitor met
behulp van de knoppen op het paneel of op de afstandsbediening.
Hiermee voorkomt u dat de monitor wordt bediend via de draadloze afstandsbediening.
Als u [ACTIVATE] (Activeren) selecteert, worden alle instellingen geactiveerd.
OPMERKING:
• De functie [IR LOCK SETTINGS] (Instellingen IR-vergrendeling) is alleen van toepassing op
de knoppen van de draadloze afstandsbediening.
Met deze functie worden de knoppen op de monitor niet vergrendeld.
• Als u wilt terugkeren naar de normale werking, houdt u 5 seconden de knop DISPLAY op de
afstandsbediening ingedrukt.
Hiermee selecteert u de modus [UNLOCK] (Ontgrendelen), [ALL LOCK] (Alles vergrendelen) of [CUSTOM
LOCK] (Aangepast vergrendelen).
Alle knoppen op de afstandsbediening zijn beschikbaar voor normaal gebruik.
Hiermee vergrendelt u alle knoppen op de afstandsbediening.
Alle knoppen op de afstandsbediening zijn vergrendeld, met uitzondering van de volgende, die afzonderlijk
kunnen worden vergrendeld of ontgrendeld.
POWER (Aan/uit):
VOLUME:
MIN VOL (Minimumvolume) en
MAX VOL (Maximumvolume):
INPUT (Ingang):
CHANNEL (Kanaal):
ACTIVATE (Inschakelen) /
DEACTIVATE (Uitschakelen):
Selecteer [UNLOCK] (Ontgrendelen) om de knop POWER (Aan/uit) te
kunnen gebruiken wanneer IR Remote vergrendeld is. Selecteer [LOCK]
(Vergrendelen) om de knop te vergrendelen.
Selecteer [UNLOCK] (Ontgrendelen) om op de afstandsbediening het volume
met de knop VOL +/- te regelen wanneer IR Remote vergrendeld is. Het
volume kan alleen worden aangepast binnen het bereik dat voor MIN VOL
(Minimumvolume) en MAX VOL (Maximumvolume) is ingesteld.
Selecteer [LOCK] (Vergrendelen) om aanpassing van het volume te
voorkomen.
De volumeknoppen zijn vergrendeld en het volumeniveau kan alleen worden
aangepast binnen het bereik dat voor MIN (Minimum) en MAX (Maximum)
is ingesteld. Voor deze functie dient VOLUME te zijn ingesteld op (UNLOCK)
(Ontgrendelen).
Selecteer [UNLOCK] (Ontgrendelen) en selecteer vervolgens drie
invoerknoppen die vergrendeld dienen te blijven. Selecteer [LOCK]
(Vergrendelen) om alle invoerknoppen te vergrendelen.
Selecteer [UNLOCK] (Ontgrendelen) om de kanalen met de knop
CH/ZOOM +/- te wijzigen wanneer IR Remote vergrendeld is. Selecteer
[LOCK] (Vergrendelen) om deze knoppen te vergrendelen.
Selecteer [ACTIVATE] (Inschakelen) om alle instellingen in te schakelen.
Om terug te keren naar de normale werking houd u de knop DISPLAY langer
dan 5 seconden ingedrukt.
Nederlands−118