D-3.13 ORDELIJNEN WIELEN
Tijdens het gebruik van de wagen is het mogelijk
dat op de onderlinge ordelijn van de wielen op voor-
en achterassen veranderingen ontstaan. Dit kan
veroorzaakt worden door olieverlies op wieldraaicircuits,
maar ook door bv. wieldraai aan te zetten op beide
assen wanneer voorwielen niet op juiste lijn staan met
achterwielen.
Om dit te vermijden, is het aan te raden, in plaats van
te vertrouwen op visueel nazicht:
1) Zich met wagen op vlak, zonder oneffenheden,
terrein begeven
2) Wieldraaischakelaar op 12 zetten "vier wiel draai"
(pos. 2)
3) Stuurwiel ten einde draaien (geen belang of naar
rechts of links )
4) Wiel draaischakelaar op "enkel voorwielen"
plaatsen (pos. 0)
5) Stuurwiel ten einde draaien in tegenovergestelde
richting dan vorige
6) Wieldraaischakelaar terug op stand "vier wiel
draai" (pos. 2) plaatsen
7) Stuurwiel draaien (andere richting dan punt 3)
totdat de achteras het slageinde bereikt
8) Wieldraaischakelaar terug op "enkel voorwielen"
plaatsen (pos. 0)
9) Stuurwiel draaien (in dezelfde richting als punt 7)
totdat de vooras, zoals de achteras, het slageinde
bereikt
10) Wieldraaischakelaar terug op "vier wiel draai" (pos.
2) plaatsen
Thans moeten de wielen op een lijn liggen.
TUSSENTIJD BEMIDDELING
Inrijden ____________________________ Geen
Gewoon _____________________Indien nodig
GTH-3713 - GTH-4017 - GTH-4514
ONDERHOUD
D-7
Pagina
Document 57.0004.4700 - 11/2004
12
1
0
2