D-4.2 zEKERINGEN - RELAIS
De elektrische installatie wordt beschermd door zekerin-
gen, aangebracht aan de linkerkant binnen de cabine.
Alvorens een zekering te vervangen door een andere
van hetzelfde ampère, de oorzaak van het stukgaan
opzoeken.
zekeringen
Ref.
Circuit
f1
ZEKERInG nOODLICHTEn
f2
ZEKERInG VERWARMInG
f3
ZEKERInG MICRO STOPLICHTEn
f4
ZEKERInG ACHTER RUITEnWISSER
f5
OPTIOnEEL
f6
ZEKERInG DIMLICHTEn
f7
ZEKERInG POSITIELICHTEn R
f8
ZEKERInG InSTRUMEnTEn VERLICHTInG
f9
ZEKERInG VOEDInG COnTROLELAMPJES
f10
ZEKERInG STUURKOLOM LICHTEn
f11
ZEKERInG ZWAAILICHT
f12
ZEKERInG WERKLICHTEn
f13
ZEKERInG ACTIV. STUURBEDIEnInG
f14
ZEKERInG STUURKOLOM VERSnELLInGEn
f15
ZEKERInG KOPLICHTEn
f16
ZEKERInG nOOD
f17
ZEKERInG LICHTEn En KnIPPERLICHTEn
f18
ZEKERInG STABILISATORS
f19
OPTIOnEEL
f20
ZEKERInG nOODKnOP PLATFORM
f21
ZEKERInG GELUIDSSIGnAAL
f22
ZEKERInG VOED. KORF
f23
ZEKERInG PLAFOnDLAMP
f24
ZEKERInG VOED. WERKMODUS
f25
ZEKERInG InRICHTInG 3B6
f26
OPTIOnEEL
f27
OPTIOnEEL
GTH-3713 - GTH-4017 - GTH-4514
ONDERHOUD
Amp.
10
15
5
7.5
10
15
3
3
7.5
7.5
7.5
10
10
10
10
15
10
10
10
10
15
15
10
10
10
10
10
D-0
Pagina
Document 57.0004.4700 - 01/2006
K23
K24
K8
K16
K15
K7
K1
K11
K10
K9
K12
K2
K4
K3
F6
F12
F15
F5
F11
F14
F4
F10
F13
F3
F9
RELE'
K22
F2
F8
F1
F7
J3
J2
K19
K18
K5
K17
K22
K6
K20
K21
K13
K14
F21
F27
F20
F26
F19
F25
F18
F24
F17
F23
F16
F22
J1