6 2
1
g015594
Figuur 100
1. Bout
2. Afstandsstuk
3. Borgmoer
4. Veer
2. Plaats een afstandsstuk en de veer op de grasgeleider.
Plaats een J-vormig uiteinde van de veer achter de rand
van het maaidek.
Opmerking: Zorg ervoor dat één J-vormig uiteinde
van de veer is gemonteerd achter de rand van het
maaidek voordat u de bout plaatst zoals wordt
aangegeven in
Figuur
3. Monteer de bout en de moer. Plaats één J-vormig
haakeind van de veer om de grasgeleider
Belangrijk: De grasgeleider moet kunnen
draaien. Klap de geleider helemaal omhoog en
controleer of deze volledig omlaag draait.
4
7
3
5. Gemonteerde veer
6. Grasgeleider
7. J-vormig haakuiteinde van
veer
100.
(Figuur
Reiniging
Onderkant van het maaidek
reinigen
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
1. Schakel de aftakasschakelaar uit, zet de rijhendels in
de vergrendelde neutraalstand en stel de parkeerrem
in werking.
2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en
5
wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand
zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat.
3. Breng het maaidek omhoog in de transportstand.
Afval afvoeren
Motorolie, hydraulische vloeistof en motorkoelvloeistof
verontreinigen het milieu. Verwijder deze stoffen volgens
de plaatselijke voorschriften.
100).
71