5. Als de uiteinden van de hendels elkaar raken, raadpleeg
dan
Het scharnierpunt van de neutraalstand van de
rijhendel afstellen (bladz.
om de rijhendels af te stellen.
Rijhendelsysteem afstellen
Het mechanisme van de pompbediening bevindt zich aan
beide zijden van de stoel. Als u het pompmechanisme
draait met een momentsleutel van 1/2 inch kunt u de
machine nauwkeurig afstellen zodat deze niet beweegt in de
neutraalstand. Eventuele aanpassingen moeten alleen voor de
neutraalstand worden uitgevoerd.
WAARSCHUWING
De motor moet lopen en de aandrijfwielen moeten
draaien zodat u aanpassingen kunt uitvoeren.
Contact met bewegende onderdelen of hete
oppervlakken kan lichamelijk letsel veroorzaken.
Houd vingers, handen en kleding uit de buurt van
draaiende onderdelen en hete oppervlakken.
1. Voordat u de motor start, moet u het voetpedaal
indrukken en de maaihoogtepen verwijderen. Breng
het maaidek omlaag tot de grond.
2. Breng de achterkant van de machine omhoog en
plaats deze op kriksteunen (of een gelijkwaardige
ondersteuning) totdat de aandrijfwielen vrij kunnen
ronddraaien.
3. Verwijder de elektrische aansluiting van de
veiligheidsschakelaar die zich onder het onderste
kussen van de stoel bevindt.
Opmerking: De schakelaar maakt onderdeel uit van
de stoelconstructie.
Figuur 80
61). Herhaal de procedure
4. Bevestig tijdelijk een startkabel over de polen van de
aansluiting van de hoofdkabelboom.
5. Start de motor.
Opmerking: De rem moet in werking zijn gesteld
en de rijhendels naar buiten om de motor te
starten. De bestuurder hoeft niet in de stoel te
zitten vanwege de gebruikte startkabel. Laat de
motor volgas lopen en zet de rem vrij.
6. Laat de machine minimaal 5 minuten draaien met
de rijhendels op volledige snelheid vooruit om de
hydraulische vloeistof op bedrijfstemperatuur te
brengen.
Opmerking: De rijhendels moeten in de
neutraalstand staan terwijl u de benodigde aanpassingen
uitvoert.
7. Zet de rijhendels in de neutraalstand.
8. Pas de lengte van de stang aan door de dubbele moeren
op de stang in de juiste richting te draaien tot de wielen
gaan kruipen in de achteruitstand
g019757
1. Dubbele moeren
9. Zet de rijhendels in de achteruitstand en oefen lichte
druk uit op de hendel zodat de veren de hendels
terugduwen in de neutraalstand.
Opmerking: De wielen moeten ophouden met
draaien of gaan kruipen in de achteruitstand.
10. Schakel de machine uit. Maak de verbindingsdraad los
van de stekker van de kabelboom en sluit de stekker
aan op de stoelschakelaar.
60
(Figuur
81).
Figuur 81