Figuur 87
1. Voetpedaal
2. Pen voor de maaihoogte
6. Plaats de maaihoogtepen in de opening voor de
maaihoogtestand van 7,6 cm.
7. Ontgrendel de transportvergrendeling en laat het dek
zakken tot de gewenste maaihoogte.
8. Breng het uitwerpkanaal omhoog.
9. Meet aan beide zijden van het maaidek vanaf het
horizontale oppervlak tot de voorste punt van het
maaimes (punt A).
Opmerking: De afstand moet 7,6 cm bedragen, zie
(Figuur
88).
3. Transportvergrendeling
1. Afstand van 7,6 cm bij A is
juist
2. 8,3 cm bij B is juist
10. U kunt de stelmoer op de hefinrichting van het voorste
maaidek draaien om deze nog nauwkeuriger in te
stellen
(Figuur
89).
Opmerking: Om te verhogen draait u de schroef
rechtsom en om te verlagen draait u de schroef linksom.
2
1
G012430
1. Stelmoer
2. Contramoer
11. Als de afstellingen van de koppelingen van het voorste
maaidek niet voldoende is om de maaihoogte goed in
65
Figuur 88
3. Meet hier vanaf de punt
van het mes tot aan het
harde oppervlak
4. Meet bij punt A en B aan
beide zijden
3 4
2
1
Figuur 89
3. Afstelling achterste
maaidek
4. Afstelling voorste maaidek