•
Gebruik een oprijplaat van volledige breedte bij
het laden van de machine op een aanhanger of
vrachtwagen. Zorg ervoor dat de hoek van de
oprijplaat en de aanhanger of vrachtwagen niet
groter is dan 15 graden.
•
Zet de machine goed vast met spanbanden,
kettingen, kabels of touwen. Zowel de voorste als
de achterste spanband moet naar beneden en
naar de buitenkant van de machine lopen.
•
Laat de motor afkoelen voordat u de machine in
een afgesloten ruimte stalt.
•
Stal de machine of het brandstofvat nooit in de
buurt van een open vuur, vonken of een waakvlam
zoals die van een boiler of een ander apparaat.
Veiligheid tijdens het slepen
•
Sleep uitsluitend met een machine die is voorzien
van een trekhaak. Bevestig materiaal dat wordt
gesleept, uitsluitend aan het sleeppunt.
•
Volg de aanwijzing van de fabrikant op
met betrekking tot de gewichtslimiet voor
sleepwerktuigen en slepen op hellingen. Op een
helling kan het gewicht van een gesleept werktuig
ertoe leiden dat de wielen hun grip verliezen en de
bestuurder de controle over de machine verliest.
•
Laat kinderen of andere personen nooit
plaatsnemen in of op gesleepte werktuigen.
•
Rij langzaam en zorg voor voldoende afstand om
te stoppen wanneer u de machine sleept.
De machine duwen of
slepen
In noodgevallen kan de machine vooruit worden
bewogen door de omloopklep in de regelbare
hydraulische pomp in werking te stellen en de
machine te duwen of te slepen.
Belangrijk:
U mag de machine niet sneller dan 3
tot 4,8 km per uur duwen of slepen omdat anders
de transmissie intern kan worden beschadigd. De
omloopklep moet open zijn als de machine wordt
geduwd of gesleept.
1.
Kantel de stoel en zoek de omloopkleppen;
deze bevinden zich onder de voorzijde van de
brandstoftank
(Figuur
55).
1. Omloopklep (2)
2.
Draai de omloopkleppen 3 slagen linksom om
deze te openen en de olie inwendig om te laten
leiden.
Opmerking:
Omdat de vloeistof is omgeleid, kan de machine
worden voortbewogen zonder dat de transmissie
wordt beschadigd.
3.
Sluit de omloopkleppen voordat u de motor start.
4.
Aandraaien tot 70 N·m om de klep te sluiten.
Belangrijk:
Als de machine achteruit moet
worden geduwd of gesleept, moet u ook zorgen
voor een omleiding langs de afsluitklep in het
verdeelstuk van de vierwielaandrijving. Sluit om
de controleklep te passeren een slang (slang
onderdeelnr. 95-8843, koppelingfitting nr. 95-0985
[2 stuks], en hydraulische fitting nr. 340-77
[2 stuks]) aan op de testaansluiting voor de
achterwaartse tractiedruk op de hydrostaat, en op
de aansluiting tussen de aansluitingen M8 en P2
van de achterste tractieverdeler, die zich achter
het voorwiel bevindt.
De krikpunten bepalen
Er zitten opkrikpunten aan de voorzijde en de
achterzijde van de machine.
WAARSCHUWING
Gebruik altijd assteunen. Vertrouw niet op een
takel of krik om de machine te ondersteunen.
•
Op het frame aan de binnenzijde van beide
voorwielen
•
In het midden van de achteras
48
Figuur 55
Niet meer dan 3 slagen openen.
g020454