Smart Power
Dankzij Toro Smart Power™ hoeft de bestuurder
het toerental niet in de gaten te houden in zware
omstandigheden. Slimme energievoorziening
voorkomt vastlopen in zware omstandigheden door
de machinesnelheid automatisch te regelen en de
maaiprestaties te optimaliseren. De bestuurder
kan eenvoudig een maximale rijsnelheid instellen
die comfortabel aanvoelt, en maaien zonder de
tractiesnelheid handmatig te moeten verlagen bij
zware omstandigheden.
Omgekeerde ventilator
Het ventilatortoerental is afhankelijk van de
temperatuur van de hydraulische olie en de
motorkoelvloeistof. Een omgekeerde cyclus wordt
automatisch gestart als de temperatuur van de
motorkoelvloeistof of de hydraulische olie een
bepaalde waarde bereikt. Het omkeren helpt bij het
verwijderen van vuil van het achterscherm en het
verlagen van de temperatuur van de motor en de
hydraulische olie. Druk de rechter- en linkerknop
van het InfoCenter gelijktijdig in om de ventilator
een handmatig geactiveerde reverse-cyclus te laten
maken. Het strekt tot aanbeveling om de ventilator
handmatig om te keren als u het werkgebied verlaat
of de werk- of opslagplaats inrijdt.
De functie Auto stationair
De machine beschikt over een automatische functie
voor stationair draaien die ingeschakeld wordt als de
volgende functies gedurende een bepaalde tijd niet
worden gebruikt; in het InfoCenter kunt u instellen
hoe lang het duurt voordat de motor stationair begint
te draaien.
•
Het tractiepedaal keert terug naar de
stand.
•
de aftakas is uitgeschakeld.
•
Alle hefschakelaars zijn inactief.
Als een van de bovenstaande functies wordt
gestart, keert de machine automatisch terug naar
de vorige gasinstelling.
Gras maaien met de
machine
Opmerking:
Het maaien van gras op een snelheid
waarop de motor wordt belast draagt bij aan de
regeneratie van het DPF.
1.
Breng de machine naar het werkterrein.
2.
Indien mogelijk moet de toerentalschakelaar op
stationair - hoog worden gezet.
3.
Schakel de aftakashendel in.
4.
Druk het tractiepedaal naar voren en rij de
machine langzaam over het maaigebied.
5.
Breng de maaidekken omlaag zodra de voorste
maaidekken zich boven het maaigebied
bevinden.
6.
Maai het gras zo dat de bladen op een hoge
snelheid kunnen maaien en het maaisel
uitwerpen, en een hoge maaikwaliteit verkregen
wordt.
Opmerking:
kan de maaikwaliteit verminderen. Verminder
de rijsnelheid van de machine of verminder de
maaibreedte om weer terug te keren naar het
stationair - hoog toerental.
7.
Als de maaidekken het uiteinde van het
maaigebied bereikt hebben moeten ze geheven
worden.
8.
Maak een druppelvormige bocht om de machine
snel voor de volgende baan uit te lijnen.
Regeneratie van het DPF
Het dieselparticulaarfilter (DPF) is een onderdeel van
het uitlaatsysteem. De oxidatie-katalysator van het
DPF vermindert de hoeveelheid schadelijke gassen
en het roetfilter vangt het roet in de uitlaatgassen op.
Bij de regeneratie van het DPF wordt het roet in het
filter verbrand door de hitte van de uitlaatgassen.
Hierbij wordt het roet omgezet tot as en worden
de kanalen van het filter schoongemaakt zodat
de gefilterde uitlaatgassen door het DPF kunnen
stromen.
De computer van de motor bepaalt de mate van
roetopbouw door de tegendruk van het DPF te meten.
NEUTRALE
Een te hoge tegendruk betekent dat het roet in het
filter niet verbrand wordt tijdens het normale bedrijf
van de motor. Hou rekening met het volgende om
roetopbouw in het DPF te voorkomen:
•
Passieve regeneratie wordt continu uitgevoerd
zolang de motor loopt. Laat de motor indien
mogelijk met vol toerental lopen tijdens de
regeneratie van het DPF.
•
Als de tegendruk te hoog wordt zal de
motorcomputer via het InfoCenter aangeven als er
aanvullende processen (ondersteunde en reset
regeneratie) worden uitgevoerd.
•
Laat deze processen volledig afronden voordat
u de motor afzet.
Hou bij het gebruik en onderhoud van uw machine
rekening met de werking van het DPF. Een belaste
motor bij een stationair - hoog toerental produceert
36
Als de maaisnelheid te hoog is