Figuur 29
1. Klemkapje
2. Afstandsstukken
3. Opvulstukken
Instellen van het zijmaaidek
Draai de messen op elke as totdat de uiteinden in de
lengterichting liggen. Meet de afstand van de grond tot
de voorste rand van het mes. Plats de opvulstukken
(3 mm) op de voorste zwenkwielarm(en) volgens de
maaihoogtesticker
(Figuur
het maaidek afstellen (bladz. 75)
mesas.
Figuur 30
1. Voorste zwenkwielarm
2. Opvulstukken
De maaihoogte van de maaidekken gelijk stellen
1.
Plaats de messen dwars op de rijrichting op de
buitenste as van beide zijmaaidekken.
Opmerking:
Meet de afstand van de grond
tot de voorste rand van het mes op elk maaidek
en vergelijk die afstanden met elkaar. Deze
4. Montage-opening
bovenste as
5. Zwenkwiel
30). Zie
Schuinstand van
voor de buitenste
3. Voorste zwenkwielvork
afstanden mogen niet meer dan 3 mm van
elkaar verschillen. Stel nu nog niet af.
2.
Plaats het mes dwars op de rijrichting op
de binnenste as van het zijmaaidek en op
de corresponderende buitenste as van het
frontmaaidek.
Opmerking:
de punt van de snijrand op de binnenste rand
van het zijmaaidek en tot de corresponderende
buitenste rand van het voorste maaidek en
vergelijk deze metingen. De afstand bij het
zijmaaidek mag niet meer dan 3 mm verschillen
van de afstand bij het frontmaaidek.
Opmerking:
g008866
maaidek moeten op de grond blijven staan als
het tegengewicht is geplaatst.
Opmerking:
van alle maaidekken op elkaar moeten
worden afgestemd, mogen uitsluitend de
zijmaaidekken worden afgesteld.
3.
Als de binnenste rand van het zijmaaidek te
hoog is ten opzichte van de buitenste rand van
het frontmaaidek, moet u een 3 mm opvulstuk
verwijderen uit het onderste deel van de voorste
binnenste zwenkwielarm op het zijmaaidek
(Figuur
30).
Opmerking:
afstand tussen de buitenste randen van beide
zijmaaidekken en de binnenste rand van het
zijmaaidek tot de buitenste rand van het voorste
maaidek.
4.
Als de binnenste rand nog steeds te hoog is,
moet u nog een opvulstuk van 3 mm verwijderen
uit het onderste deel van de voorste binnenste
zwenkwielarm van het zijmaaidek en een 3 mm
opvulstuk uit de voorste buitenste zwenkwielarm
van het zijmaaidek.
5.
Als de binnenste rand van het zijmaaidek te
laag is ten opzichte van de buitenste rand van
het frontmaaidek, moet u een 3 mm opvulstuk
toevoegen aan het onderste deel van de voorste
g011561
binnenste zwenkwielarm op het zijmaaidek.
Opmerking:
afstand tussen de buitenste randen van beide
zijmaaidekken en de binnenste rand van het
zijmaaidek tot de buitenste rand van het voorste
maaidek.
6.
Als de binnenste rand nog steeds te hoog is,
moet u nog een opvulstuk van 3 mm toevoegen
aan het onderste deel van de voorste binnenste
zwenkwielarm van het zijmaaidek en een 3 mm
opvulstuk toevoegen aan de voorste buitenste
zwenkwielarm van het zijmaaidek.
32
Meet de afstand van de grond tot
Alle 3 zwenkwielen van het
Indien de maaihoogten
Controleer nogmaals de
Controleer nogmaals de