Basishandelingen
#
Inspectie voor het rijden
Voor een veilige rit dient u uw voertuig
eerst zorgvuldig te inspecteren.
Het gebruik van basisfuncties.
• Instrumenten
(BLZ.20)
• Controlelampjes
(BLZ.24)
• Schakelaars
(BLZ.26)
• Stuurslot
(BLZ.28)
16
(BLZ.42)
#
Accelereren
Draai het gas geleidelijk open.
Houd u aan de snelheidslimiet.
#
Schakelen
#
Motor starten
(BLZ.29)
Start de motor en laat deze warmdraaien.
Drijf het toerental niet op.
(BLZ.31)
#
Voertuig starten
Geef, voor u wegrijdt, uw rich-
ting aan met de richtingaan-
wijzerschakelaar en controleer
of er ander verkeer is.