Opmerking:
Verwijder de messen en
slijp ze op een slijpmachine. Nadat de
snijranden zijn geslepen, monteert u het mes
met de antiscalpeercup en de mesbout; zie
Maaimes(sen) verwijderen en monteren (bladz.
79).
Ongelijke meshoogte
corrigeren
Indien de messen van één maaidek niet op gelijke
hoogte zijn afgesteld, zullen er na het maaien strepen
zichtbaar zijn in het gazon. U kunt dit probleem
verhelpen door ervoor te zorgen dat de messen recht
zijn en alle messen in hetzelfde vlak staan.
1.
Plaats de machine op een horizontaal oppervlak
in de werkplaats.
2.
Stel de maaihoogte in op de hoogste stand; zie
Maaihoogte instellen (bladz.
3.
Laat het maaidek op het vlakke oppervlak
zakken en verwijder de kappen van de
bovenzijde van het maaidek.
4.
Draai de flensmoer los waarmee de spanpoelie is
vastgezet, om de riemspanning te verminderen.
5.
Draai de messen tot de punten naar voren en
achteren wijzen, en meet de afstand vanaf de
vloer tot de voorste punt van de snijrand.
Opmerking:
Noteer deze afstand. Draai
vervolgens hetzelfde mes zodat het andere
uiteinde voor komt en meet opnieuw. Het
verschil tussen de afstanden mag niet meer
zijn dan 3 mm. Als dit verschil meer dan 3 mm
bedraagt, is het mes krom en moet het worden
vervangen. U moet alle messen meten.
6.
Vergelijk de metingen van de buitenste messen
met het middelste mes.
Opmerking:
Het middelste mes mag niet meer
dan 10 mm lager zijn dan de buitenste messen.
Indien het middelste mes meer dan 10 mm
lager is dan de buitenste messen, ga dan verder
met stap
7
en plaats opvulstukken tussen de
spilbehuizing en de onderkant van het maaidek.
7.
Verwijder de bouten, platte ringen, borgringen
en moeren van de buitenste as op de plek waar
u de opvulstukken moet plaatsen.
Opmerking:
Om een mes hoger of lager te
stellen plaatst of verwijdert u een opvulstuk
(onderdeelnummer 3256-24) tussen de
spilbehuizing en de onderkant van het maaidek.
Ga verder en controleer de uitlijning van de
messen en plaats opvulstukken totdat de randen
van de messen binnen de gewenste afstand
blijven.
26).
81
Belangrijk:
Gebruik niet meer dan 3
opvulstukken voor 1 opening. Gebruik
minder opvulstukken in naastgelegen
openingen indien er meer dan 1 opvulstuk
voor 1 opening is gebruikt.
8.
Stel de spanpoelie af en monteer de
drijfriemkappen.