moet de motor lopen en het maaidek moet omlaag
gebracht zijn in de zweefstand.
Opmerking:
De zwenkwielen van de 3 maaidekken
moeten op de grond blijven bij het afstellen van het
tegengewicht en als het tegengewicht wordt gebruikt.
Figuur 107
1. Stelschroef van
tegengewicht
g020446
2. Testaansluiting van
tegengewicht
Onderhoud van de
maaimachine
Het middelste maaidek
rechtop draaien (kantelen)
Opmerking:
Hoewel dit niet noodzakelijk is kunt het
middelste maaidek rechtop zetten.
1.
Breng het voorste maaidek een beetje van
de grond, stel de parkeerrem in werking, zet
de motor af en verwijder het sleuteltje uit de
contactschakelaar.
2.
Verwijder de R-pen waarmee de dempers zijn
bevestigd aan de hefarmen
1. Demper
3.
Kantel de demper in de richting van de maaikast.
4.
Verwijder de R-pen en de gaffelpen waarmee
de maaihoogtekettingen zijn bevestigd aan de
achterkant van het maaidek
75
(Figuur
108).
Figuur 108
2. R-pen
(Figuur
109).
g011514