48.
KOPLAMPEN
INSTELLEN
De koplampen zijn
van
buitenaf
in
twee
stan-
den te
zetten.
Hendel
omhoog: leeg voeftuig
Hendel
omlaag (stand B): beladen
voertuig.
ALGEMENE WENKEN
Laat
de
motor
niet onnodig
stationair
draaien. Dit
is
niet goed voor
de
motor,
terwijl tevens
de
lucht onnodig wordt ver-
vuild.
Rijd na
een
koude start
in
een
lage
versnel-
ling en met een gematigd toerental,
totdat
de watertemperatuur
50'
C
bedraagt.
Dit
is
van groot belang, zowel voor de motor
als
voor de versnellingsbak en de
achteras.
Kijk
tijdens het rijden
regelmatig
op het
in-
strumentenpaneel
en neem
maatregelen,
indien u onregelmatigheden
waarneemt.
lndien
de druk in de
luchtketels
bij
stil-
staande motor
snel terugloopt,
betekent
dat, dat er ergens in.het
luchtdruksysteem
een lekkage
is.
Deze dient
snel
te worden
hersteld, daar door een lekkage de
veilig-
heid van het remsysteem wordt verminderd
en de
levensduur van de compressor
be-
langrijk korter
wordt.
Het
voertuig
is
voorzien
van een
wissel-
stroomdynamo.
In
verband hiermee dienen
de volgende regels
in
acht
te
worden
geno-
men:
Schakel
nooit
de
hoofdschakel
aar
uit
bij
draaiende motor.
Neem
nooit de
poolklemmen
van
de
accu af
terwijl de motor draait.
Bij
het
aansluiten
yan de
dynamo
en de
regelaar
dient
men er
extra op te
letten,
dat er
geen
fouten worden
gemaakt.
Neem
de
beide poolklemmen van
de
accu
af
alvorens
aan het
voertuig
te las-
sgfì.
Het verdient aanbeveling om, alvorens
de
motor
na een lange rit
te
stoppen,
deze
enige
tijd
stationair
te
laten
draaien.
It
lt
il
tf
fi
Ít
t,
I
r T
u
$
20
I