36.
CABINE TEMPERATUUR
REGELING
Bedieningshendels
A. in
stand
0 :
Aanjager
uit
in
stand
1 :
Aanjager halve
kracht
in
stand
2 :
Aanjager volle
kracht
in stand
F
:
Aanjager uit
(rijwind)
B. in
stand
M
:
Lucht
op
voeten
en
op
vooruit
Lucht op
voeten
Lucht op
vooruit
D. Draaiknop, waarmee
de
hoeveelheid
warme/koude
lucht kan
worden
ingesteld.
E.
Draaikrop, waarmee
de
richting
van
de
warme/koude
lucht kan
worden
ingesteld.
P.
Roset, draaibaar om warme/koude
lucht-
stroom
te
richten.
ln het
midden
van
de
roset een
hendel, waarmee
de
hoeveel-
heid
warme/koude
lucht kan worden afge-
steld.
O.
Roset, draaibaar om de
rijwind
te
richten.
In het midden van
de
roset
een
hendel om
de
hoeveelheid rijwind
af
te
regelen.
Voorru itverwarm ing.
Over de
volledige
breedte van de
voorruit zijn
roosters geplaatst
voor
de
voorruitverwar-
ming.
Attentie: Laat gedurende circa een halve
mi-
nuut
de
aanjager
op volle
snelheid
werken,
terwijl
de
luchtstroom
geheel op de voeten
is
gericht.
Richt eerst
daarna de
luchtstroom op
de voorruit. Dit voorkomt het beslaan van
de
voorruit
door
condensatie
van de
vochtige
lucht op het koude
glas.
in
stand
in
stand
C. in
stand
K
in
stand
W
:
Koude
lucht
:
Warme
lucht
L:
R:
if
r1
15