4. BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
Afstandsbedieningshendel (type D1)
AFSTANDSBEDIENINGSHENDEL
VRIJSTAND-
BLOKKERINGS-
HENDEL
Inschakelen van vooruit, achteruit en
vrijstand en regelen van het
motortoerental kan uitgevoerd worden
met de afstandsbedieningshendel.
Om de afstandsbedieningshendel te
kunnen bedienen, dient de
vrijstandblokkeringshendel te worden
opgetrokken.
22
VOORUIT
NEUTRAAL
ACHTERUIT
VOORUIT:
Als de hendel naar de stand VOORUIT wordt
bewogen (ongeveer 20° vanaf de stand
NEUTRAAL), wordt de vooruitversnelling
ingeschakeld. Door de hendel nog verder naar
de stand VOORUIT te bewegen, gaat de
gasklep verder open en neemt de snelheid van
de boot in voorwaartse richting toe.
VRIJ:
Het motorvermogen is losgekoppeld
van de schroef.
VOORUIT
SCHAKELEN
GASKLEPOPENING
MINIMUM
MAXIMUM
AFSTANDSBEDIE-
NINGSHENDEL
ACHTERUIT:
Als de hendel naar de stand
ACHTERUIT wordt bewogen
(ongeveer 20° vanaf de stand
NEUTRAAL), wordt de
achteruitversnelling ingeschakeld.
Door de hendel nog verder naar stand
ACHTERUIT te bewegen, gaat de
gasklep verder open en neemt de
snelheid van de boot in achterwaartse
richting toe.
NEUTRAAL
ACHTERUIT
20°
20°
GASKLEP-
OPENING
SCHAKELEN
MINIMUM
MAXIMUM