Driefasenmotoren moeten op een motorbeveiliging
worden aangesloten.
De klemmenkast kan in vier posities worden gezet,
in stappen van 90 °. Zie afb. 8.
1. Verwijder indien nodig de koppelingsbescher-
mers. De koppeling mag niet worden verwijderd.
2. Verwijder de bouten waarmee de motor aan de
pomp is bevestigd.
3. Draai de motor in de gewenste positie.
4. Monteer de bouten en draai deze vast.
5. Breng de koppelingsbeschermers weer aan.
270˚
180˚
Afb. 8
Posities in de klemmenkast
3.3.1 Bedrijf met een frequentieomvormer
Door Grundfos geleverde motoren
Alle driefasenmotoren van Grundfos kunnen worden
aangesloten op een frequentieomvormer.
Afhankelijk van het type kan de frequentieomvormer
ertoe leiden dat de motor meer geluid maakt. Boven-
dien kan de motor worden blootgesteld aan schade-
lijke spanningspieken.
Grundfos motoren, types MG 71 en MG 80
alsmede MG 90 (1,5 kW, 2-polig), voor
voedingsspanningen tot en met 440 V
(zie typeplaatje van de motor), moeten
worden beschermd tegen spanningspie-
ken van boven 650 V (piekwaarde) tussen
de aansluitklemmen.
We adviseren om alle andere motoren tegen span-
ningspieken hoger dan 850 V te beveiligen.
Bovengenoemde storingen (geluid, schadelijke
spanningspieken) kunnen worden voorkomen door
een LC-filter te monteren tussen de frequentie-
omvormer en de motor.
Neem voor meer details contact op met de leveran-
cier van de frequentieomvormer of motor.
Andere motormerken
Als gebruik wordt gemaakt van andere motormerken
dan door Grundfos worden geleverd, neemt u con-
tact op met Grundfos of de motorfabrikant.
6
0˚
90˚
4. Het product in bedrijf nemen
WAARSCHUWING
Te hoge druk en lekkage
Dood of ernstig persoonlijk letsel
- Laat de pomp niet langer dan ongeveer
5 minuten werken tegen een gesloten
klep.
4.1 Voorafgaand aan het inschakelen van
het product
•
Zorg dat alle leidingkoppelingen goed sluitend
zijn.
•
Zorg ervoor dat de pomp gedeeltelijk gevuld is
met vloeistof (gedeeltelijk ondergedompeld).
•
Zorg dat de zeef niet wordt geblokkeerd door ver-
ontreinigingen.
4.2 Het product in bedrijf nemen
1. Sluit de afsluiter aan de perszijde van de pomp.
2. Als de pomp is uitgerust met een ontluchtings-
ventiel, moet dit ventiel worden geopend. Zie afb.
9.
Afb. 9
Positie van het ontluchtingsventiel
3. Bekijk de correcte draairichting van de pomp op
het ventilatordeksel van de motor of op de koppe-
lingsbescherming. Gezien vanaf de bovenzijde,
moet de pomp tegen de klok in draaien.
4. Schakel de pomp in en controleer de draairich-
ting.
5. Open de persafsluiter een eindje.
6. Als de pomp is uitgerust met een ontluchtings-
ventiel, moet dit ventiel worden gesloten wanneer
er een gelijkmatige vloeistofstroom uit loopt.
7. Open de persafsluiter in zijn geheel.
De pomp is nu ontlucht en bedrijfsklaar.
Ontluchtings-
ventiel