3
Selecteer
> Gooi weg > Ja.
Persoonlijke records
Bij het voltooien van een hardloopsessie worden op het toestel
eventuele nieuwe persoonlijke records weergegeven die u
tijdens deze sessie hebt gevestigd. Tot de persoonlijke records
behoren uw snelste tijd over verschillende
standaardloopafstanden, alsmede de langste hardloopsessie.
Uw persoonlijke records weergeven
1
Selecteer
> Geschiedenis > Records.
2
Selecteer een sport.
3
Selecteer
om uw persoonlijke records weer te geven.
Een persoonlijk record verwijderen
1
Selecteer
> Geschiedenis > Records.
2
Selecteer een sport.
3
Selecteer een record.
4
Selecteer een optie, bijvoorbeeld Wis langste > Ja.
OPMERKING: Opgeslagen activiteiten worden op deze
manier niet gewist.
Een persoonlijk record herstellen
U kunt elk persoonlijk record terugzetten op de vorige waarde.
1
Selecteer
> Geschiedenis > Records.
2
Selecteer een sport.
3
Selecteer een record.
4
Selecteer Gebruik vorige > Gebruik record.
OPMERKING: Opgeslagen activiteiten worden op deze
manier niet gewist.
Garmin Move IQ
™
gebeurtenissen
De functie Move IQ detecteert automatisch activiteitspatronen
van minimaal 10 minuten, zoals wandelen, hardlopen, fietsen,
zwemmen en cross-trainen. U kunt het type en de duur van de
gebeurtenis weergeven op uw Garmin Connect tijdlijn, maar
deze worden niet weergegeven in uw lijst met activiteiten,
snapshots of nieuwsfeed. U kunt een activiteit met tijdmeting
vastleggen op uw toestel als u meer details en nauwkeurigheid
wenst.
Gegevensbeheer
OPMERKING: Het toestel is niet compatibel met Windows
98, ME, Windows NT
, en Mac
®
Bestanden verwijderen
Als u niet weet waar een bestand voor dient, verwijder het dan
niet. Het geheugen van het toestel bevat belangrijke
systeembestanden die niet mogen worden verwijderd.
1
Open het Garmin station of volume.
2
Open zo nodig een map of volume.
3
Selecteer een bestand.
4
Druk op het toetsenbord op de toets Delete.
De USB-kabel loskoppelen
Als uw toestel als een verwisselbaar station of volume is
aangesloten op uw computer, dient u het toestel op een veilige
manier los te koppelen om gegevensverlies te voorkomen. Als
uw toestel als een draagbaar toestel is aangesloten op uw
Windows-computer, hoeft u het niet op een veilige manier los te
koppelen.
1
Voer een van onderstaande handelingen uit:
• Op Windows-computers: Selecteer het pictogram
Hardware veilig verwijderen in het systeemvak en
selecteer uw toestel.
Uw toestel aanpassen
OS 10.3 en ouder.
®
LET OP
• Op Mac-computers: Sleep het volumepictogram naar de
prullenbak.
2
Koppel de kabel los van uw computer.
Uw toestel aanpassen
Uw profiel instellen
U kunt uw persoonlijke gegevens, zoals geslacht, geboortejaar,
lengte, gewicht en maximale hartslag, bijwerken
hartslag instellen, pagina
om nauwkeurige trainingsgegevens te berekenen.
1
Selecteer
> Instellingen > Gebruikersprofiel.
2
Selecteer een optie.
De watch face wijzigen
U kunt de digitale of analoge watch face gebruiken.
Selecteer
> Instellingen > Wijzerplaat.
Activiteitenprofielen
Een activiteitenprofiel is een verzameling instellingen waarmee
u het gebruiksgemak van het toestel kunt optimaliseren. Als u
het toestel gebruikt bij het wandelen zijn de instellingen en
gegevensschermen bijvoorbeeld anders dan wanneer u het
toestel gebruikt bij het fietsen.
Als u een profiel gebruikt en u instellingen zoals
gegevensvelden of waarschuwingen wijzigt, worden die
wijzigingen automatisch in het profiel opgeslagen.
Uw activiteitenprofiel wijzigen
Uw toestel heeft standaard activiteitenprofielen. U kunt elk van
de opgeslagen profielen wijzigen.
Selecteer
en vervolgens een activiteitenprofiel.
Tempo of snelheid weergeven
U kunt het type tempo- en snelheidsinformatie wijzigen dat in
het daarvoor bestemde gegevensveld wordt weergegeven.
1
Selecteer
en vervolgens een activiteitenprofiel.
2
Selecteer Opties > Tempo/snelheid.
3
Selecteer een optie.
De gegevensvelden aanpassen
U kunt gegevensvelden aanpassen aan uw trainingsdoelen of
95,
®
optionele accessoires. U kunt gegevensvelden aanpassen om
bijvoorbeeld uw rondetempo en hartslagzone weer te geven.
1
Selecteer
en vervolgens een activiteitenprofiel.
2
Selecteer Opties > Gegevensvelden.
3
Selecteer een pagina.
4
Selecteer een gegevensveld om het te wijzigen.
Garmin Connect instellingen
U kunt uw toestel- en gebruikersinstellingen aanpassen via uw
Garmin Connect account.
• Selecteer Garmin toestellen in het instellingenmenu van de
Garmin Connect Mobile app en selecteer vervolgens uw
toestel.
• Selecteer Toestelinstellingen in de toestellenwidget van de
Garmin Connect toepassing.
Nadat u de instellingen hebt aangepast, synchroniseert u uw
gegevens om de wijzigingen op uw toestel toe te passen
gegevens synchroniseren met de Garmin Connect Mobile app,
pagina
5).
Instellingen voor activiteiten volgen
Selecteer
> Instellingen > Activiteiten volgen.
(Uw maximale
5). Het toestel gebruikt deze informatie
(Uw
7