Download Print deze pagina

Avaya J129 Gebruikersgids pagina 3

Verberg thumbnails Zie ook voor J129:

Advertenties

Vergaderingen beheren
Een persoon toevoegen aan een actieve
oproep
Gebruik deze procedure om deelnemers aan een actieve op-
roep toe te voegen om een vergadering te starten.
Er moet een oproep actief zijn.
1. Druk tijdens een actieve oproep in het Telefoon op Verg..
De actieve oproep wordt in de wachtstand geplaatst.
2. Kies het telefoonnummer of bel de persoon via de lijst met
Contactpersonen of via de Recente.
3. Druk op Deeln. als de persoon de oproep beantwoordt.
4. U kunt nog een andere persoon toevoegen door op Toev.
te drukken en stappen 3 en 4 te herhalen.
In de IP Office-omgeving is de softkey Toev. niet beschik-
baar. Daarom wordt de vergadering gehost op de telefoon
en worden slechts drie deelnemers ondersteund.
Contactpersonen beheren
Een nieuwe contactpersoon toevoegen
Deze functie is alleen beschikbaar in de Avaya Aura
ving.
1. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Als er geen contactpersoon in de lijst met contactperso-
nen staat, drukt u op Contactpersonen > Nieuw of
Hoofdmenu > Contactpersonen > Nieuw.
• Als er ten minste één contactpersoon in de lijst met con-
tactpersonen staat, drukt u op Contactpersonen >
Meer > Nieuw of Hoofdmenu > Contactpersonen >
Meer > Nieuw.
2. Gebruik het numerieke toetsenblok om de voornaam en
achternaam in te voeren.
• Druk op de cijfertoets met de letter die of het cijfer dat u
wilt invoeren.
• Als de tekens op dezelfde toets zitten, moet u een korte
pauze inlassen voordat u het volgende teken invoert.
• Voor een spatie drukt u op 0.
• Voer de rest van de letters of cijfers in.
• Om een symbool in te voeren, drukt u op Meer > Sym-
bool. Gebruik de navigatiepijlen om het symbool te
markeren dat u wilt invoeren en druk vervolgens op In-
voegen.
• U kunt het laatste teken wissen door op de softkey
Bksp te drukken.
3. Voer het nummer in.
Het nummer van de contactpersoon kan de letters a-z en
A-Z, de cijfers 0-9 en de volgende speciale tekens bevat-
ten: komma (,), plus (+) of punt (.).
4. Druk op Opslaan.
Een contactpersoon zoeken
Deze functie is alleen beschikbaar in de Avaya Aura
ving.
1. Ga als volgt te werk als u in de lokale contactpersonen wilt
zoeken naar een contactpersoon:
a. Druk op Hoofdmenu > Contactpersonen.
b. Voer de voornaam of de achternaam van de contact-
persoon in met het numerieke toetsenblok.
Druk bijvoorbeeld op 7–6–4 om te zoeken naar Smit.
2. Ga als volgt te werk als u in het bedrijfstelefoonboek wilt
zoeken naar een contactpersoon:
a. Druk vanuit het scherm Telefoon op Contactperso-
nen > Zoeken of Hoofdmenu > Contactpersonen >
Zoeken.
b. Gebruik het numerieke toetsenblok om een deel van
®
-omge-
de volledige naam in te voeren, een deel van de ach-
ternaam of een deel van de voornaam en een deel
van de achternaam.
c. Druk op Zoeken.
Druk op +Contact om de contactpersoon toe te voe-
gen aan de lokale contactpersonen.
Oproepgeschiedenis beheren
Een oproep toevoegen of verwijderen van-
uit het menu voor de oproepgeschiedenis
1. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Druk op Recente.
• Druk op Hoofdmenu > Recente.
2. Selecteer het nummer dat u wilt toevoegen of verwijderen.
3. Selecteer Details.
4. Selecteer een van het volgende mogelijkheden:
• +Contact: een oproep toevoegen vanuit het menu voor
de oproepgeschiedenis aan de lijst met contactperso-
nen.
• Verw.: een oproep verwijderen uit de oproepgeschiede-
nis.
Opmerking:
In IP Office:
- De functie voor contactpersonen wordt niet onder-
steund. Daarom kunt u geen oproep toevoegen
aan de lijst met contactpersonen.
- De softkey Verw. is alleen beschikbaar vanuit
Hoofdmenu.
Aan oproepen gerelateerde functies ge-
®
-omge-
bruiken
Een oproep parkeren en uit de parkeer-
stand halen
Gebruik deze procedure om de actieve oproep te parkeren en
de oproep te beantwoorden vanaf een ander toestel.
Deze functie is alleen beschikbaar in de Avaya Aura
ving.
De functie moet door de systeembeheerder zijn ingesteld voor
uw toestel.
In de IP Office-omgeving wordt deze functie ondersteund via
het gebruik van functiecodes. Neem contact op met de sys-
teembeheerder voor een lijst van functiecodes.
1. Druk tijdens een actieve oproep op Hoofdmenu > Func-
ties.
2. Gebruik de Omlaag-toets om naar het scherm 'Parkeren'
te gaan.
3. Druk op Kiezen of OK.
De telefoon parkeert de oproep.
4. Beantwoord een geparkeerde oproep door op Hoofdme-
nu > Functies te drukken.
5. Gebruik de Omlaag-toets om naar het scherm 'Parkeren
opheffen' te gaan.
6. Druk op Kiezen of OK.
7. Geef het toestelnummer op waarop de oproep geparkeerd
werd.
8. Druk op OK.
De telefoon heft het parkeren op.
Schakelen tussen actieve oproepen
1. Ga als volgt te werk tijdens een actieve oproep:
• U kunt een nieuwe oproep plaatsen door op NwOproep
te drukken en het toestel van de tweede persoon te kie-
zen.
• Beantwoord een inkomende oproep door op Beantw. te
drukken.
®
-omge-
3

Advertenties

loading