Safe Torque Off (STO)
FC 280
37
38
12
55
1
Beveiliging
Afbeelding 6.5 STO-bedrading, externe voeding
6
6
3.
Sluit de bedrading aan zoals aangegeven in
hoofdstuk 4 Elektrische installatie en:
•
•
•
6.3 Inbedrijfstelling STO
6.3.1 Activering van Safe Torque Off
Om de STO-functie te activeren, moet u de spanning naar
klem 37 en 38 van de frequentieregelaar onderbreken.
Wanneer STO wordt geactiveerd, zal de frequentieregelaar
Alarm 68, Safe Stop of Warning 68, Safe Stop genereren, de
eenheid uitschakelen en de motor laten vrijlopen tot stop.
Gebruik de STO-functie om de frequentieregelaar in
noodsituaties te stoppen. Gebruik de normale stopfunctie
in de normale bedrijfsmodus wanneer de STO-functie niet
nodig is.
LET OP
Als STO wordt geactiveerd terwijl de frequentieregelaar
waarschuwing 8 of alarm 8 (DC-onderspanning)
genereert, slaat de frequentieregelaar Alarm 68, Safe Stop
over, maar dit heeft geen gevolgen voor de werking van
STO.
6.3.2 Deactivering van Safe Torque Off
Volg de instructies in Tabel 6.2 om de STO-functie te
deactiveren en normaal bedrijf te hervatten op basis van
de herstartmodus van de STO-functie.
34
®
VLT
1
elimineer kortsluitingsrisico's;
zorg dat de STO-kabels zijn afgeschermd
als ze langer zijn dan 20 m;
sluit de beveiliging rechtstreeks aan op
klem 37 en 38.
Danfoss A/S © 11/2015 Alle rechten voorbehouden.
Midi Drive FC 280
WAARSCHUWING
+
GEVAAR VOOR ERNSTIG OF DODELIJK LETSEL
24 V source
Door weer 24 V DC te schakelen op klem 37 of 38 wordt
-
de SIL2 STO-toestand beëindigd en zou de motor
kunnen starten. Het onverwachts starten van de motor
kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
•
Zorg dat alle veiligheidsmaatregelen zijn
getroffen voordat er weer 24 V DC wordt
geschakeld op klem 37 en 38.
Herstartm
Stappen om STO te
odus
deactiveren en normaal
bedrijf te hervatten
Handmati
1. Sluit de 24 V DC-
ge
herstart
2. Verstuur een
Automa-
Sluit de 24 V DC-voeding
tische
weer aan op klem 37 en
herstart
38.
Tabel 6.2 Deactivering STO
6.3.3 Inbedrijfstellingstest STO-functie
Voorafgaand aan de ingebruikname moet na het
installeren een inbedrijfstellingstest worden uitgevoerd
waarbij de STO-functie wordt gebruikt.
De test moet worden uitgevoerd na elke aanpassing van
de installatie of toepassing waarvan STO deel uitmaakt.
LET OP
Een geslaagde inbedrijfstellingstest van de STO-functie is
vereist na de initiële installatie en na elke volgende
wijziging aan de installatie.
Een inbedrijfstellingstest uitvoeren:
•
Volg de instructies in hoofdstuk 6.3.4 Test voor
STO-toepassingen in de handmatige-herstartmodus
als STO is ingesteld op de handmatige-
herstartmodus.
•
Volg de instructies in hoofdstuk 6.3.5 Test voor
STO-toepassingen in de automatische-
herstartmodus als STO is ingesteld op de
automatische-herstartmodus.
Configuratie
herstartmodus
Standaardinstelling.
voeding weer aan op
Parameter 5-19 Terminal
klem 37 en 38.
37/38 SAFE STOP = [1]
Safe Stop Alarm
resetsignaal (via
veldbus, digitale I/O of
de [Reset]/[Off Reset]-
toets op het LCP).
Parameter 5-19 Terminal
37/38 SAFE STOP = [3]
Safe Stop Warning.
MG07A110