Elektrische installatie
Afbeelding 4.6 Aansluiting netvoeding, motor en aarde voor
1-fase-eenheden
Afbeelding 4.7 Aansluiting netvoeding, motor en aarde voor
3-fase-eenheden
MG07A110
Bedieningshandleiding
4.7 Aansluiting netvoeding
•
•
Procedure
1.
2.
3.
4.
4.8 Stuurkabels
4.8.1 Stuurklemtypen
Afbeelding 4.8 toont de verwijderbare wartels van de
frequentieregelaar. De functies en standaardinstellingen
van de klemmen worden in het kort besproken in Tabel 4.1
en Tabel 4.2.
1
Afbeelding 4.8 Stuurklemposities
Danfoss A/S © 11/2015 Alle rechten voorbehouden.
Bepaal de juiste draaddikte op basis van de
ingangsstroom van de frequentieregelaar. Zie
hoofdstuk 9.1 Elektrische gegevens voor de
maximale draaddiktes.
Volg de nationale en lokale voorschriften ten
aanzien van kabelgroottes op.
Sluit de netvoedingskabels aan op klem N en L
voor 1-fase-eenheden (zie Afbeelding 4.6) of op
klem L1, L2 en L3 voor 3-fase-eenheden (zie
Afbeelding 4.7).
Afhankelijk van de configuratie van de apparatuur
moet het ingangsvermogen worden aangesloten
op de voedingsingangsklemmen of de netscha-
kelaar.
Aard de kabel overeenkomstig de aardingsin-
structies in hoofdstuk 4.3 Aarding.
Als de frequentieregelaar wordt gevoed via een
geïsoleerde netbron (IT-net of zwevende
driehoekschakeling) of TT/TN-S met één zijde
geaard (geaarde driehoekschakeling), moet u
zorgen dat de RFI-filterschroef is verwijderd, om
schade aan de tussenkring te voorkomen en de
aardcapaciteitsstromen te beperken overeen-
komstig IEC 61800-3.
2
3
4
4
15