Bovenaanzicht
D
Vooraanzicht
Afb. 6-2 Maattekening van KEM-60 DNS3
6.1.3 KEM-90 DNS3
Linkeraanzicht
Bovenaanzicht
D
Vooraanzicht
Afb. 6-3 Maattekening van KEM-90 DNS3
A
Tabel 6-1
Model
KEM-30 DNS3
A
1870
B
1000
C
1175
D
204
E
200
F
470
OPMERKING
Na installatie van de veerdemper neemt de totale hoogte van de
unit met ongeveer 135 mm toe.
6.2 Eisen voor de installatieruimte van de
unit
a. Om ervoor te zorgen dat er voldoende luchtstroom de condensor
binnenkomt, moet bij de installatie van het apparaat rekening
worden gehouden met de invloed van de dalende luchtstroom
die wordt veroorzaakt door de hoge gebouwen rondom de unit.
b. Als het apparaat wordt geïnstalleerd op plaatsen waar de
stroomsnelheid van de lucht hoog is, zoals op het dak, kunnen
maatregelen worden genomen, waaronder verzonken omheinin-
gen en persiennes, om te voorkomen dat de turbulente stroming
de luchtstroom die de unit binnenkomt, verstoort. Als het appa-
raat moet worden voorzien van een verzonken omheining, mag
de hoogte van de laatste niet hoger zijn dan die van de eerste;
als persiennes nodig zijn, moet het totale verlies aan statische
druk lager zijn dan de statische druk buiten de ventilator. De
ruimte tussen de unit en de verzonken omheining of persiennes
moet ook voldoen aan de eis van de minimale inbouwruimte van
het apparaat.
c. Als de unit in de winter moet werken en de installatieplaats
kan bedekt zijn met sneeuw, moet het apparaat hoger dan het
sneeuwoppervlak worden geplaatst om ervoor te zorgen dat de
lucht soepel door de spoelen kan stromen.
d. Om terugstroming van de lucht in de condensor en bedrijfssto-
ringen van de unit te voorkomen, kan de parallelle installatie van
meerdere modulaire units de richting en afstand volgen zoals
aangegeven in Afb. 6-4, Afb. 6-5 en Tabel 6-2.
5
(unit: mm)
KEM-60 DNS3
KEM-90 DNS3
2220
3220
1325
1513
1055
1095
234
286
210
210
470
470