INHOUD ACCESSOIRES ....................01 1 INLEIDING .......................01 • 1.1 Gebruiksvoorwaarden van de unit.....................01 2. VEILIGHEIDSOVERWEGINGEN ..............02 3 VÓÓR DE INSTALLATIE .................04 • 3.1 Hantering van de unit ........................04 4 BELANGRIJKE INFORMATIE OVER KOELMIDDEL ........05 5 SELECTIE VAN INSTALLATIELOCATIE ............05 6 VOORZORGSMAATREGELEN BIJ INSTALLATIE ........06 •...
Pagina 3
11 ONDERHOUD EN REPARATIE ..............36 • 11.1 Storingsinformatie en foutcodes ....................36 • 11.2 Digitaal display van het hoofdbedieningspaneel ..............38 • 11.3 Verzorging en onderhoud ......................38 • 11.4 Verwijderen van afschilfering ....................38 • 11.5 Buitengebruikstelling tijdens de winter ..................38 • 11.6 Reserveonderdelen .........................38 •...
1) De standaard spanning van de voeding is 380-415V 3N~50Hz, de minimaal toegestane spanning is 342 V en de maximale span- ning bedraagt 456 V. 2) Gebruik de unit voor betere prestaties bij de volgende buitentemperatuur: KEM-75 DRS5 KH en KEM-140 DRS5 KH KEM-75 DRS5 KH en KEM-140 DRS5 KH COOLING (koelen) HEATING (verwarmen) Uitlaatwatertemperatuur (°C)
2. VEILIGHEIDSOVERWEGINGEN De voorzorgsmaatregelen die hier worden genoemd, zijn onderverdeeld in de volgende soorten. Ze zijn heel belangrijk, dus zorg ervoor dat u ze zorgvuldig opvolgt. Betekenis van de symbolen GEVAAR, WAARSCHUWING, ATTENTIE en OPMERKING. INFORMATIE • Lees deze instructies zorgvuldig voor de installatie. Bewaar deze handleiding voor toekomstig gebruik. •...
Pagina 7
WAARSCHUWING • Er mag alleen onderhoud uitgevoerd worden zoals aanbevolen door de fabrikant van de apparatuur. Onderhoud en reparaties die assistentie van andere deskundige medewerkers vereisen moeten worden uitgevoerd onder toezicht van de persoon die bevoegd is voor het gebruik van brandbare koelmiddelen. •...
• Installeer de unit niet op de volgende plaatsen: - Waar minerale olienevel, oliespray of dampen aanwezig zijn. Plastic onderdelen kunnen slijten en mogelijk losraken of gaan lekken. - Waar corrosieve gassen (zoals zwavelzuurgas) worden geproduceerd. Waar corrosie van koperen leidingen of gesol- deerde onderdelen koelmiddellekkage kan veroorzaken.
Voeg het koelmiddel toe Hoeveelheid in de fabriek gevuld koelmiddel en ton CO -equivalent is Tabel 4-1 Model Koelmiddel (kg) Ton CO -equivalent KEM-75 DRS5 KH 6,08 KEM-90 DRS5 KH 10,80 KEM-140 DRS5 KH 15,5 10,46 KEM-180 DRS5 KH 32,0...
Vooraanzicht Linkeraanzicht Bovenaanzicht Tabel 6-1 Model KEM-75 DRS5 KH KEM-90 DRS5 KH KEM-140 DRS5 KH KEM-180 DRS5 KH 2000 2220 2220 2752 1135 1135 2220 1770 2315 2300 2413 OPMERKING Na installatie van de veerdemper neemt de totale hoogte van de unit met ongeveer 135 mm toe.
6.2 Eisen voor de installatieruimte van de unit 1) Ervoor te zorgen dat er voldoende luchtstroom de condensor binnenkomt, moet bij de installatie van het apparaat rekening wor- den gehouden met de invloed van de dalende luchtstroom die wordt veroorzaakt door de hoge gebouwen rondom de unit. 2) Als het apparaat wordt geïnstalleerd op plaatsen waar de stroomsnelheid van de lucht hoog is, zoals op het dak, kunnen maatre- gelen worden genomen, waaronder verzonken omheiningen en persiennes, om te voorkomen dat de turbulente stroming de lucht- stroom die de unit binnenkomt, verstoort.
Draai de bouten met één draai vast Afvoerkanaal om een gelijke hoogteverstelling van de demper te garanderen. Ankerbout Stap 6. De klembouten kunnen worden aangedraaid nadat de juiste hoogte is bereikt. Afb. 6-6 Bovenaanzicht van het schema van de installatieaf- metingen van KEM-75 DRS5 KH...
6.5.1 Gebruikte maatregelen ter voorkoming Ankerbout van door sneeuw veroorzaakte problemen Moer 1) Maatregelen ter voorkoming van de ophoping van sneeuw Ferrol De hoogte van de basis moet ten minste gelijk zijn aan de voor- spelde sneeuwhoogte in de omgeving. Demper Buitenunit Afb.
7 AANSLUITSCHEMA VAN HET LEIDINGSYSTEEM Dit is het watersysteem van de standaardmodule. Klem Tweewegklep Watervulklep Driewegklep 0,15 MPa<Water bijvuldruk <0,6 MPa Platenwarmte- wisselaar Afvoerklep Afvoerklep Afvoerklep Elektrische bijverwarming 15100103000389 Uitleg van de symbolen Waterstroom- Drukverschilomloop- Hoofdafsluiter Manometer Schuifafsluiter schakelaar klep Automatische afvoer- Y-vormig filter Thermometer...
Pagina 16
Afb. 8-1 Hoofdonderdelen van de KEM-75 DRS5 KH Afb. 8-2 Hoofdonderdelen van de MC SU90M-RN8L-B (De afbeelding wordt alleen gebruikt om de relatieve positie (De afbeelding wordt alleen gebruikt om de relatieve positie van de belangrijkste componenten weer te geven)
Afdekking 6 Afdekking 5 Afdekking 4 Afb. 8-6 Deuren van de KEM-75 DRS5 KH Deksel 1/2/3 geeft toegang tot het compartiment met waterleidingen en de waterzijdige warmtewisselaar. Deksel 4 geeft toegang tot de elektrische onderdelen. Deksel 5/6 geeft toegang tot het hydraulisch compartiment.
Pagina 18
Deur 1 Deur 2 Deur 3 Deur 4 Deur 5 Deur 6 Deur 7 Deur 8 Deur 9 Deur 10 Afb. 8-8 Deuren van de KEM-180 DRS5 KH Deur 1/2/3/9/10 geeft toegang tot het compartiment met waterleidingen en de waterzijdige warmtewisselaar Deur 4/5 geeft toegang tot het hydraulisch compartiment.
8.3 Printplaten van de buitenunit 8.3.1 HOOFDPRINTPLAAT In tabel 8-2 worden de beschrijvingen van de etiketten vermeld. Afb. 8-9 hoofdprintplaat van de KEM-75 DRS5 KH en de KEM-140 DRS5 KH Tabel 8-2 Gedetailleerde informatie CN32: Voeding hoofdprintplaat. CN99: voeding slavekaart.
Pagina 20
S1-3: Besturing van één waterpomp, geldig voor S1-3 OFF (fabriekswaarde) Besturing van meerdere waterpompen, geldig voor S1-3 ON. S2: DiP-schakelaar (reserve) S3: DIP-schakelaar S3-1: Geldig voor S3-1 ON (fabriekswaarde). S4: POWER DIP-schakelaar voor vermogensselectie. (KEM-75 DRS5 KH defaultwaarde 0011, KEM-140 DRS5 KH defaultwaarde 0111)
Pagina 21
Afb. 8-10 Slavekaart van de MC-SU75-RN8L-B en MC-SU140-RN8L-B Gedetailleerde informatie CN140: Stroomvoorziening, 220-240 VAC input CN115: W-HEAT, Elektrische verwarmer van de waterstroomschakelaar CN125: Driewegsklep (heetwaterklep) CN123: Pomp (220-240V stuurstroomtoevoer) 1) Na ontvangst van de inbedrijfstellingsinstructie wordt de pomp onmiddellijk opgestart en blijft de opstarttoestand altijd in bedrijf.
Pagina 22
8.3.2 HOOFDPRINTPLAAT 1) In tabel 8-3 worden de beschrijvingen van de etiketten vermeld. 46 47 Afb. 8-11 Hoofdprintplaat van de KEM-90 DRS5 KH en de KEM-180 DRS5 KH Tabel 8-3 Gedetailleerde informatie CN30: Ingang van de driefasige vierdraadsvoeding (foutcode E1) Ingang van de transformator, 220-240V wisselstroom. (alleen voor de hoofdunit) Drie fasen A, B en C van de voeding moeten 120°...
Pagina 23
Gedetailleerde informatie CN33: COMP-STATE, aansluiten met een aircolampje om de toestand van de compressor aan te geven Let op: de werkelijk gedetecteerde waarde van de controle poort van de COMP-STATE is ON/OFF, maar niet 220-240V stuurstroomtoevoer, dus er moet speciale aandacht worden besteed aan de installatie van het licht. CN2: HEAT1.
Gedetailleerde informatie Digitale buis 1) In stand-by wordt het adres van de module weergegeven; 2) Bij normaal bedrijf wordt 10. weergegeven (10 wordt gevolgd door een punt). 3) In geval van een storing of beveiliging wordt de foutcode of de beveiligingscode weergegeven. S5: DIP-schakelaar S5-3: Normale besturing, geldig voor S5-3 OFF (fabriekswaarde).
Pagina 25
8.4.3 Instructies met betrekking tot de DIP-scha- kelaar DIP-schakelaar, knoppen en digitaal display, positie van de componenten. Tabel 8-5 KEM-75 DRS5 KH en KEM-140 DRS5 KH 0-F geldig voor de instelling van het adres van de unit op de DIP-scha- ENC1 kelaars;...
DIP-schakelaar. Bedradingsmethode: Wanneer de waterpomp en bijverwarming extern aan worden Voor KEM-75 DRS5 KH en KEM-140 DRS5 KH: Door het klemmen- toegevoegd, moet een driefasige schakelaar worden gebruikt blok CN137 op de slavekaart in de elektrische schakelkast kort te voor de besturing.
"HEAT/COOL"-poort van de hoofdunit. leidt tot storingen in de units. Bedradingsmethode: Voor KEM-75 DRS5 KH en KEM-140 DRS5 KH: Door het klemmen- blok CN138 op de slavekaart in de elektrische schakelkast kort te sluiten, wordt de functie “HEAT/COOL” op afstand ingeschakeld.
Als meerdere units in cascade worden aangesloten, moet het adres van de unit worden ingesteld op de DIP-schakelaar ENC1. Als 0-F geldig is, geeft 0 de hoofdunit aan en 1-F geeft de slave-units aan. CN46 CN46 CN46 Afb. 8-25 Netwerkverbindingsschema van hoofdunit en hulpunit voor de KEM-75 DRS5 KH...
Pagina 31
Als meerdere units in cascade worden aangesloten, moet het adres van de unit worden ingesteld op de DIP-schakelaar ENC4. Als 0-F geldig is, geeft 0 de hoofdunit aan en 1-F geeft de slave-units aan. Afb. 8-26 Netwerkverbindingsschema van hoofdunit en hulpunit voor de KEM-90 DRS5 KH...
Pagina 32
Als meerdere units in cascade worden aangesloten, moet het adres van de unit worden ingesteld op de DIP-schakelaar ENC1. Als 0-F geldig is, geeft 0 de hoofdunit aan en 1-F geeft de slave-units aan. CN46 CN46 CN46 Afb. 8-27 Netwerkverbindingsschema van hoofdunit en hulpunit voor de KEM-140 DRS5 KH...
Pagina 33
Als meerdere units in cascade worden aangesloten, moet het adres van de unit worden ingesteld op de DIP-schakelaar ENC4. Als 0-F geldig is, geeft 0 de hoofdunit aan en 1-F geeft de slave-units aan. Afb. 8-28 Netwerkverbindingsschema van hoofdunit en hulpunit voor de KEM-180 DRS5 KH...
g) De verdamper moet ter plaatse voorzien zijn van een filter OPMERKING met meer dan 40 mazen per inch. Het filter moet zoveel moge- Wanneer het netsnoer parallel aan de signaaldraad lijk in de buurt van de inlaatpoort worden geïnstalleerd en onder warmtebehoud staan.
De watertoevoer- en afvoerleidingen worden geïnstalleerd en aangesloten zoals aangegeven in de volgende figuren. De modellen KEM-75 DRS5 KH, KEM-90 DRS5 KH, KEM-140 DRS5 KH, KEM-180 DRS5 KH maken gebruik van een beugelver- binding. Voor de specificaties van de waterleidingen en schroefdraden, zie tabel 8-5 hieronder.
Model Minimum Maximum Daarom moet put- of rivierwater worden gefilterd en onthard in KEM-75 DRS5 KH 15,5 wateronthardingsapparatuur voordat het in het koelwatersys- teem stroomt. Als zand en klei in de verdamper bezinken, kan KEM-90 DRS5 KH 10,2...
2) Toepasselijke waterkwaliteitsnorm voor de unit Tabel 8-7 pH-waarde 6,8~8,0 Sulfaat <50 ppm Totale hardheid <70 ppm Silicone <30 ppm Geleidingsvermogen <200 μV/cm (25 °C) IJzergehalte <0,3 ppm Sulfide-ion Natrium-ion Geen vereiste Chloride-ion <50 ppm Calcium-ion <50 ppm Ammonia-ion 8.5.9 Installatie van een multimodulair waterleidingsysteem Bij een combinatie-installatie met meerdere modules is er sprake van een speciaal ontwerp van de unit, dus relevante uitleg wordt als volgt gegeven.
Zie tabel 8-5 voor details voor de keuze van de DIP-schakelaar wanneer enkele of meerdere waterpompen zijn geïnstalleerd voor de KEM-75 DRS5 KH en de KEM-90 DRS5 KH en de KEM-140 DRS5 KH en de KEM-180 DRS5 KH. unit...
10 PROEFDRAAIEN EN EINDCONTROLE 10.1 Controletabel na installatie Tabel 10-1 Te controleren onderdeel Omschrijving De units worden vast gemonteerd op een vlakke ondergrond. De ventilatie van de ruimte voor de luchtzijdige warmtewisselaar voldoet aan de eisen Of de installatieplaats voldoet De onderhoudsruimte voldoet aan de eisen.
1Hz. De displaycodes worden in de volgende tabel weergegeven: Tabel11-1 KEM-75 DRS5 KH en KEM-90 DRS5 KH en KEM-140 DRS5 KH en KEM-180 DRS5 KH Code...
Pagina 41
Code Inhoud Opmerking 1H9 Compressor A omvormermodule is niet gekoppeld Hersteld wanneer de fout is verholpen 2H9 Compressor B omvormermodule is niet gekoppeld Hersteld wanneer de fout is verholpen Storing hogedruksensor (voor model 75 en 140) Hersteld wanneer de fout is verholpen 1HE Geen inzet A klepfout Hersteld wanneer de fout is verholpen 2HE Geen inzet B klepfout...
11.2 Digitaal display van het hoofdbe- 2) Onderhoud van de belangrijkste onderdelen dieningspaneel Er moet goed worden gelet op de afvoer- en zuigdruk tijdens het werkingsproces. Zoek naar redenen en elimineer de storing De gegevensweergave is verdeeld in een boven- en onderdeel, als er een afwijking wordt geconstateerd.
11.7 Eerste inbedrijfstelling na buiten- 11.9 De compressor demonteren gebruikstelling Volg de volgende procedures als de compressor gedemonteerd moet worden: De volgende voorbereidingen moeten worden getroffen om de 1) Sluit de stroomtoevoer van de unit af. unit na een langdurige buitengebruikstelling weer in bedrijf te stellen: 2) Verwijder het stroomsnoer van de compressor.
11.12 Vervanging van de veiligheidsklep Vervang de veiligheidsklep als volgt: 1) Het koelmiddel volledig terugwinnen in het systeem. Hiervoor zijn deskundigen en apparatuur nodig; 2) Let op dat u de coating van de tank beschermt. Vermijd schade aan de coating door externe krachten of een hoge temperatuur bij het verwijderen en installeren van de veiligheidsklep;...
11.13 INFORMATIE ONDERHOUD 1) Controles in het deel Voordat er aan systemen met ontvlambare koelmiddelen wordt gewerkt, zijn veiligheidscontroles nodig om ervoor te zorgen dat het ontste- kingsgevaar tot een minimum wordt beperkt. Voor reparatie aan het koelsysteem moeten de volgende voorzorgsmaatregelen in acht worden genomen voordat werkzaamheden aan het systeem worden uitgevoerd.
Pagina 46
a) Tijdens herstellingen aan afgedichte onderdelen moeten alle elektrische voedingen worden losgekoppeld van het systeem waaraan wordt gewerkt voordat de afgedichte afdekkingen enz. worden verwijderd. Als het absoluut noodzakelijk is dat de apparatuur tijdens het onderhoud van stroom wordt voorzien, moet op het meest kritieke punt een permanent werkende vorm van lekdetectie worden geplaatst om te waar- schuwen voor een potentieel gevaarlijke situatie.
Pagina 47
• Cilinders moeten rechtop worden gehouden. • Zorg ervoor dat het koelsysteem is geaard voordat er koelmiddel in het systeem wordt geladen. • Etiketteer het systeem wanneer het vullen voltooid is (als dat nog niet gebeurd is). • Uiterste voorzichtigheid is geboden om het koelsysteem niet te vol te laten lopen. •...
TABEL MET GEGEVENS OVER HET PROEFDRAAIEN EN ONDERHOUD Tabel 11-2 Model: Code vermeld op het etiket op de unit: Naam en adres van de klant: Datum: 1. Controleer de temperatuur van het gekoelde of het warme water Inlaat ( Uitlaat ( 2.
13 INFORMATIEVEREISTEN Tabel 13-1 Informatievereisten voor comfortkoelingen Model(len): KEM-75 DRS5 KH Buitenwarmtewisselaar van de koeler: Lucht Binnenwarmtewisselaar van de koeler: Water Type: Door compressor gestuurde dampcompressie Aandrijving van de compressor: Elektrische motor Item Symbool Waarde Unit Item Symbool Waarde Unit...
Pagina 51
Tabel 13-2 Informatievereisten voor comfortkoelingen Model(len): KEM-90 DRS5 KH Buitenwarmtewisselaar van de koeler: Lucht-water Binnenwarmtewisselaar van de koeler: Water Type: Door compressor gestuurde dampcompressie Aandrijving van de compressor: Elektrische motor Waar- Item Symbool Unit Item Symbool Waarde Unit Seizoensgebonden Nominaal koelvermogen 82,13 energie-efficiëntie van de η...
Pagina 52
Tabel 13-3 Informatievereisten voor comfortkoelingen Model(len): KEM-140 DRS5 KH Buitenwarmtewisselaar van de koeler: Lucht Binnenwarmtewisselaar van de koeler: Water Type: Door compressor gestuurde dampcompressie Aandrijving van de compressor: Elektrische motor Item Symbool Waarde Unit Item Symbool Waarde Unit Seizoensgebonden Nominaal koelvermogen energie-efficiëntie van de η...
Pagina 53
Tabel 13-4 Informatievereisten voor comfortkoelingen Model(len): KEM-180 DRS5 KH Buitenwarmtewisselaar van de koeler: Lucht-water Binnenwarmtewisselaar van de koeler: Water Type: Door compressor gestuurde dampcompressie Aandrijving van de compressor: Elektrische motor Sym- Waar- Item Unit Item Symbool Waarde Unit bool Seizoensgebonden Nominaal koelvermogen 164,0 energie-efficiëntie van de...
Pagina 54
Tabel 13-5 Informatievereisten voor verwarmingstoestellen van warmtepompen en combinatieverwarmers van warmtepompen Model(len): KEM-75 DRS5 KH Lucht-waterwarmtepomp: [ja] Water-waterwarmtepomp: [ja/nee] Brijn-waterwarmtepomp: [ja/nee] Lagetemperatuurwarmtepomp: [ja/nee] Uitgerust met een bijverwarming: [ja/nee] Combinatieverwarmer met warmtepomp: [ja/nee] Voor lagetemperatuurwarmtepompen, moeten parameters worden aangegeven voor lagetemperatuurtoepassing. Anders moeten de parameters voor middelhogetemperatuurtoepassing worden aangegeven.
Pagina 55
Tabel 13-6 Informatievereisten voor verwarmingstoestellen van warmtepompen en combinatieverwarmers van warmtepompen Model(len): KEM-90 DRS5 KH Lucht-waterwarmtepomp: [ja] Water-waterwarmtepomp: [ja/nee] Brijn-waterwarmtepomp: [ja/nee] Lagetemperatuurwarmtepomp: [ja/nee] Uitgerust met een bijverwarming: [ja/nee] Combinatieverwarmer met warmtepomp: [ja/nee] Voor lagetemperatuurwarmtepompen, moeten parameters worden aangegeven voor lagetemperatuurtoepassing. Anders moeten de parameters voor middelhogetemperatuurtoepassing worden aangegeven.
Pagina 56
Tabel 13-7 Informatievereisten voor verwarmingstoestellen van warmtepompen en combinatieverwarmers van warmtepompen Model(len): KEM-140 DRS5 KH Lucht-waterwarmtepomp: [ja] Water-waterwarmtepomp: [ja/nee] Brijn-waterwarmtepomp: [ja/nee] Lagetemperatuurwarmtepomp: [ja/nee] Uitgerust met een bijverwarming: [ja/nee] Combinatieverwarmer met warmtepomp: [ja/nee] Voor lagetemperatuurwarmtepompen, moeten parameters worden aangegeven voor lagetemperatuurtoepassing. Anders moeten de parameters voor middelhogetemperatuurtoepassing worden aangegeven.
Pagina 57
Tabel 13-8 Informatievereisten voor verwarmingstoestellen van warmtepompen en combinatieverwarmers van warmtepompen Model(len): KEM-180 DRS5 KH Lucht-waterwarmtepomp: [ja] Water-waterwarmtepomp: [ja/nee] Brijn-waterwarmtepomp: [ja/nee] Lagetemperatuurwarmtepomp: [ja/nee] Uitgerust met een bijverwarming: [ja/nee] Combinatieverwarmer met warmtepomp: [ja/nee] Voor lagetemperatuurwarmtepompen, moeten parameters worden aangegeven voor lagetemperatuurtoepassing. Anders moeten de parameters voor middelhogetemperatuurtoepassing worden aangegeven.
Pagina 58
Vertaald door Caballería: <http://www.caballeria.com>...