6.4 Installatie van dempingssystemen
6.4.1 Dempingssystemen
Door middel van de montagegaten op het stalen frame van de
onderkant van de unit kan het apparaat betrouwbaar op de funde-
ring worden bevestigd met een veerdemper. Zie afb. 6-7, 6-8, 6-9
(Schematische weergave van de installatieafmetingen van de unit)
voor details over de hartafstand van de installatiegaten. De dem-
per wordt niet met de unit meegeleverd en moet door de gebruiker
worden gekozen in overeenstemming met de relevante vereisten.
Wanneer het apparaat op een hoog dak of een trillingsgevoelige
plaats wordt geïnstalleerd, dient u de relevante personen te raad-
plegen alvorens de demper te selecteren.
6.4.2 Stappen voor de installatie van de demper
Stap 1. Zorg ervoor dat de vlakheid van de betonnen fundering bin-
nen ±3mm ligt en plaats de unit vervolgens op het dempkussen.
Stap 2. Til de unit op tot de hoogte die geschikt is voor de installatie
van het dempingssysteem.
Stap 3. Verwijder de klemmoeren van de demper. Plaats de unit op
de demper en lijn de bevestigingsgaten van de demper uit met de
bevestigingsgaten aan de onderkant van de unit.
Stap 4. Breng de klemmoeren van de demper weer aan in de be-
vestigingsgaten aan de onderkant van de unit en draai ze vast in
de demper.
Stap 5. Stel de hoogte van de onderkant van de demper in en
schroef de stelbouten vast. Draai de bouten met één draai vast om
een gelijke hoogteverstelling van de demper te garanderen.
Stap 6. De klembouten kunnen worden aangedraaid nadat de juis-
te hoogte is bereikt.
OPMERKING
Het is aan te bevelen om de demper op de fundering te beves-
tigen met de gaten die daarin zijn voorzien. Nadat de unit op de
fundering is geplaatst, mag de met de unit verbonden demper
niet worden verplaatst en mag de centrale klemmoer niet worden
vastgedraaid voordat de demper belast wordt.
Afb. 6-10 Installatie van de demper
Anchor bolt
Nut
Ferrol
Damping device
6.5 Installatie van een systeem ter
bescherming tegen de ophoping van
sneeuw en harde wind
Bij de installatie van een luchtgekoelde warmtepompkoeler op een
plaats met zware sneeuwval is het noodzakelijk om maatregelen
ter bescherming tegen sneeuw te nemen om een probleemloze
werking van de apparatuur te garanderen.
Anders wordt de luchtstroom geblokkeerd door de opeenhoping
van sneeuw en kunnen er problemen met de apparatuur ontstaan.
(a) Buried in the snow
(d) Air inlet blocked by snow
Monsoon
Afb. 6-11 Door sneeuw veroorzaakte problemen
6.5.1 Gebruikte maatregelen ter voorkoming van
door sneeuw veroorzaakte problemen
a. Maatregelen ter voorkoming van de ophoping van sneeuw
De hoogte van de basis moet ten minste gelijk zijn aan de voor-
spelde sneeuwhoogte in de omgeving.
Afb. 6-12 Basishoogte voor sneeuwpreventie
b. Maatregelen ter bescherming tegen bliksem en sneeuw
Controleer de installatieplaats grondig; installeer de apparatuur
niet onder luifels of bomen of op een plaats waar zich sneeuw
opstapelt.
6.5.2 Voorzorgsmaatregelen voor het ontwerp van
een sneeuwhoes
a. Om te zorgen voor een luchtstroom die voldoende is voor de
luchtgekoelde warmtepompkoeler, moet een beschermkap
worden ontworpen om de stofbestendigheid met 1 mm H
minder dan de toelaatbare externe statische druk van de lucht-
gekoelde warmtepompkoeler te verlagen.
b. De beschermkap moet sterk genoeg zijn om het gewicht van
de sneeuw en de druk veroorzaakt door harde wind en storm te
weerstaan.
c. De beschermkap mag geen kortsluiting in het luchtafvoer- en
aanzuigcircuit veroorzaken.
8
(b) Snow accumulated
(c) Snow falling on the equipment
on the top plate
(e) Equipment covered with snow
Outdoor
unit
Base height
O of
2