Tabel 8-5
Nr.
CN30: Ingang van de driefasige vierdraadsvoeding (foutcode E1)
Ingang van de transformator, 220-240V wisselstroom. (geldt alleen voor de hoofdunit)
Er moeten tegelijkertijd drie fasen L1, L2 en L3 van de voeding bestaan en het verschil van de fasehoek dient onderling
1
120º te zijn. Als niet wordt voldaan aan deze voorwaarden, kan er een fout in de fasesequentie optreden of kan er een fase
ontbreken, waarna een foutcode wordt weergegeven. Als de stroomvoorziening weer teruggaat in de normale toestand,
wordt de fout verwijderd. Let op: een faseverschuiving en fasedislocatie van de voeding worden in de eerste periode na het
aansluiten van de voeding gedetecteerd en niet terwijl het apparaat in bedrijf is.
2
CN12: Elektromagnetische klep voor snelle terugstroom van de olie
3
CN80: Elektromagnetische inspuitklep van compressorsysteem B
4
CN47: Elektromagnetische inspuitklep van compressorsysteem A
5
CN5: Aansluiting verwarmers van waterzijdige warmtewisselaar
6
CN40: Multifunctionele elektromagnetische klep
7
CN13: Stroomaansluiting van de waterzijdige warmtewisselaarverwarmers
8
CN41: Elektromagnetische vloeistofomleidingsklep
9
CN42: Carterverwarmer
10
CN6: Vierwegsklep
11
CN43: Carterverwarmer
12
CN4/CN11: Elektrische verwarmer van de waterstroomschakelaar
13
CN14: Driewegsklep (heetwaterklep)
CN83: Pomp
1) Na ontvangst van de inbedrijfstellingsinstructie wordt de pomp onmiddellijk opgestart en blijft de opstarttoestand altijd
in bedrijf.
14
2) Als het koelen of het verwarmen wordt stopgezet, zal de pomp 2 minuten nadat alle modules gestopt zijn met werken,
worden uitgeschakeld.
3) In geval van stopzetting in de pompmodus kan de pomp direct worden uitgeschakeld.
CN83: COMP-STATE, aansluiten met een aircolampje om de toestand van de compressor aan te geven
15
Let op: de werkelijk gedetecteerde waarde van de controlepoort van de pomp is ON/OFF, maar niet 220-230V
stuurstroomtoevoer, dus er moet speciale aandacht worden besteed aan de installatie van het licht.
Gedetailleerde informatie
18