6.3 Installatiefundering
6.3.1 Basisstructuur
Bij het ontwerp van de basisconstructie van de buitenunit moet re-
kening worden gehouden met de volgende overwegingen:
a. Een stevige basis voorkomt overmatige trillingen en geluidshin-
der. De onderkant van de buitenunit moet worden aangebracht
op een stevige ondergrond of op structuren die sterk genoeg zijn
om het gewicht van de unit te dragen.
b. De basis moet minstens 200 mm hoog zijn om voldoende toe-
gang te bieden voor de installatie van leidingen. Bij de basis-
hoogte moet ook rekening worden gehouden met de bescher-
ming tegen sneeuw.
c. Zowel stalen als betonnen sokkels kunnen geschikt zijn.
d. Een typisch ontwerp van de betonnen sokkel wordt getoond in
Afb. 6-6. Een typische betonspecificatie is 1 deel cement, 2 de-
len zand en 4 delen steenslag met wapeningsstaal. De randen
van de ondergrond moeten afgeschuind worden.
e. Om ervoor te zorgen dat alle contactpunten even veilig zijn,
moet de ondergrond volledig vlak zijn. Het basisontwerp moet
ervoor zorgen dat de punten op de voetstukken van de unit, die
ontworpen zijn voor een dragende ondersteuning, volledig wor-
den ondersteund.
Rubber anti-vibration pads
Solid ground / surface
Afb. 6-6 Vooraanzicht van de basisstructuur
6.3.2 Assemblagetekening voor de
installatiefundering van de unit
a. De unit moet zich op de vlakke fundering, de begane grond of
het dak bevinden, die het gewicht van het apparaat en het ge-
wicht van het onderhoudspersoneel kan dragen. Zie tabel 12-1
(tabel met de van toepassing zijnde modellen en parameters)
voor het gewicht.
b. Als de unit zo hoog staat dat het voor onderhoudspersoneel las-
tig is om onderhoud uit te voeren, kan de geschikte steiger rond
het apparaat worden geplaatst.
c. De steiger moet het gewicht van het onderhoudspersoneel en de
onderhoudsfaciliteiten kunnen dragen.
d. Het onderste frame van de unit mag niet in het beton van de in-
stallatiefundering worden ingebed.
e. Er moet een afvoergoot worden voorzien voor afvoer van het
condensaat dat zich op de warmtewisselaars kan vormen wan-
neer de units in de verwarmingsmodus draaien. De afvoer moet
ervoor zorgen dat het condensaat verwijderd van wegen en
voetpaden wordt afgevoerd, vooral op plaatsen waar het klimaat
zodanig is dat het condensaat kan bevriezen.
Concrete base
Outdoor unit
h
200mm
200mm
Inlet and outlet
pipe side
Drainage channel
Anchor bolt
Afb. 6-7 Bovenaanzicht van het schema van de
installatieafmetingen van KEM-30 DNS3
Inlet and outlet
pipe side
Drainage channel
Anchor bolt
Afb. 6-8 Bovenaanzicht van het schema van de
installatieafmetingen van KEM-60 DNS3
Inlet and outlet
pipe side
Drainage channel
Afb. 6-9 Bovenaanzicht van het schema van de
installatieafmetingen van KEM-90 DNS3
7
Electric control
box side
Electric control
box side
Electric control
box side
Anchor bolt
(unit: mm)
(unit: mm)
(unit: mm)