Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Elektrische Aansluiting Van De Trommelmotor; Aansluiting Van De Trommelmotor - Met Kabel; Aansluiting Van De Trommelmotor - Met Klemmenkast; Eenfasige Motor - Interroll DL Series Gebruiksaanwijzing

Verberg thumbnails Zie ook voor DL Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

LET OP
Beschadiging van de trommelmotor door verkeerde stroomvoorziening
Sluit een AC-trommelmotor niet op een te hoge DC-voeding en een DC-trommelmotor niet op een AC-
¾
voeding aan - dit leidt tot onherstelbare schade.
8.8

Elektrische aansluiting van de trommelmotor

8.8.1

Aansluiting van de trommelmotor - met kabel

1.
Zorg ervoor dat de motor op de juiste netspanning in overeenstemming met het motortypeplaatje is
aangesloten.
2.
Zorg ervoor dat de trommelmotor via de groen-gele kabel correct is geaard.
3.
Sluit de trommelmotor aan conform de aansluitschema's.
8.8.2

Aansluiting van de trommelmotor - met klemmenkast

LET OP
Beschadiging van de interne bedradingen door wijzigingen aan de klemmenkast
De klemmenkast mag niet worden gedemonteerd, opnieuw worden gemonteerd of worden gemodificeerd.
¾
1.
Verwijder de afdekking van de klemmenkast.
2.
Let erop dat de motor op de juiste netspanning in overeenstemming met het motortypeplaatje is aangesloten.
3.
Zorg ervoor dat de klemmenkast van de trommelmotor correct geaard is.
4.
Sluit de trommelmotor aan conform de aansluitschema's.
5.
Breng de afdekking en afdichtingen weer aan. Draai de schroeven van de afdekking vast met 1,5 Nm om de
dichtheid van de klemmenkast te garanderen.
8.8.3

Eenfasige motor

Als een aanloopkoppel van 100% vereist is, moeten eenfasige trommelmotoren op een aanloopcondensator en een
bedrijfscondensator worden aangesloten. Bij een bedrijf zonder aanloopcondensator kan het aanloopkoppel tot op
wel 70% van het in de Interroll-catalogus vermelde nominale koppel worden gereduceerd.
Sluit de aanloopcondensatoren aan volgens de aansluitschema's.
8.8.4

Externe motorbeveiliging

De motor moet altijd samen met een geschikte externe motorbeveiliging worden geïnstalleerd, bijv. een
veiligheidsschakelaar van de motor of frequentieregelaar met beschermende overstroomfunctie. De
veiligheidsvoorziening moet op de nominale stroom van de betreffende motor (zie typeplaatje) worden ingesteld.
Synchrone motoren van Interroll mogen uitsluitend worden gebruikt in combinatie met frequentieregelaars met een
voor synchrone motoren met permanente magneet (PMSM) geschikte regeling.
In continubedrijf mag de nominale stroom niet worden overschreden.
Een wezenlijke thermische motorbeveiliging wordt gerealiseerd door de geïntegreerde thermische regelaar die door
Versie 1.2 (08/2022) nl
Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing
Montage en installatie
39 van 64

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Dl 0080Dl 0113

Inhoudsopgave