Montage en installatie
Positie van de trommelmotor
Alle trommelmotoren zijn aan een uiteinde van de as voorzien van het serienummer. De DL-serie 0080 tot 0138 kan
in een willekeurige richting worden gemonteerd.
Motortyp / Einbaulage
DL 0080 / DL 0113
8.2.2
Montage van de motor met montagehouders
De montagehouders moeten robuust genoeg zijn om bestand te zijn tegen het motorkoppel.
1.
Monteer de houders aan het transport- of machineframe. Zorg ervoor dat de trommelmotor parallel ten
opzichte van de keerrol en in een rechte hoek ten opzichte van het transportframe wordt aangebracht.
2.
Steek de aseinden van de trommelmotor in overeenstemming met de tabel "Inbouwpositie" in de
montagehouder (zie boven).
3.
Als de as aan de montagehouders moet worden bevestigd (bijv. met een schroef door een dwarsboring in
de astappen), dan mag dit alleen op één punt gebeuren, zodat de andere kant bij warmte-uitzetting axiaal
beweegbaar is.
4.
Zorg ervoor dat minimaal 80% van de sleutelvlakken van de trommelmotor door de montagehouders wordt
gedragen.
5.
Zorg ervoor dat de afstand tussen de sleutelvlakken en de houder niet meer dan 0,4 mm bedraagt.
6.
Als de trommelmotor voor frequente omkeermodus of voor start-/stopbedrijf wordt gebruikt: zorg ervoor dat
er geen afstand tussen de sleutelvlakken en de montagehouders is.
De trommelmotor kan ook zonder montagehouders worden ingebouwd. In dat geval moeten de aseinden
in overeenkomstige uitsparingen in het transportframe worden gemonteerd; deze uitsparingen moeten zo
worden versterkt dat zij aan de bovengenoemde eisen voldoen.
32 van 64
0°
-45°
√
√
-90°
45°
√
√
Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing
90°
180°
√
√
Versie 1.2 (08/2022) nl