6
Opties en accessoires
6.1
Asynchrone trommelmotoren met frequentieregelaars
6.1.1
Koppel afhankelijk van de ingangsfrequentie
Bedrijfsfrequentie [Hz]
Nominale
motorfrequentie
Waarde 1: Gebaseerd op nominale motorfrequentie 50 Hz (50-Hz-motoren mogen in het veldverzwakkingsbereik
alleen tot 70 Hz worden bediend.)
Waarde 2: Gebaseerd op nominale motorfrequentie 60 Hz (60-Hz-motoren mogen in het veldverzwakkingsbereik
alleen tot 80 Hz worden bediend.)
De in de afbeelding boven weergegeven afhankelijkheid van het koppel wordt als P = T x ω uitgedrukt. Bij een
gereduceerde bedrijfsfrequentie van minder dan 20/24 Hz wordt het motorkoppel door gewijzigde condities
betreffende de warmteafvoer gereduceerd. De vermogensdissipatie-afgifte is veroorzaakt door de hoeveelheid olie
anders dan bij standaard ventilatormotoren. Bij frequenties vanaf 80 ... 85 / 95 ... 100 Hz heeft de bocht voor het
afgegeven koppel geen hyperbolische vorm, maar wordt door een vierkante functie afgelost die voortkomt uit de
invloed van het kipkoppel en de spanning. De uitgangs-/ frequentiekarakteristieken van de meeste met 3 x 400 V / 3
x 460 V gevoede frequentieregelaars kan op 400 V / 87 Hz worden geconfigureerd om motoren met 230 V / 50 Hz
aan te sluiten. Dit kan verdere verliezen in de motor veroorzaken en tot oververhitting ervan leiden, indien de motor
met te weinig vermogensreserve is ontworpen.
6.1.2
Frequentieregelaar- parameters
Klokfrequentie:
een hoge klokfrequentie leidt tot een betere benuttingsgraad van de motor. Optimale frequenties zijn 8 of 16 kHz.
Parameters zoals de rondlooptestkwaliteit (motor loopt rond) en de geluidsontwikkeling worden door hoge frequenties
eveneens positief beïnvloed.
Versie 1.2 (08/2022) nl
Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing
5
10
15
Beschikbaar motorkoppel in %
50 Hz
80
85
90
60 Hz
75
80
85
20
25
30-50
95
100
100
90
95
100
Opties en accessoires
55
60
65
70
91
83
77
71
100
100
92
86
75
80
80
75
27 van 64