4.5.3 Toepassingsaanwijzingen
Teller
1
2
4
5
3
Tellermodus 1
Symbool
Tellermodus (1-4)
Gebruik (I1 ~ f8) voor het instellen van optellen
of aftellen
UIT: optellen (0,1,2,3,4,..)
AAN: aftellen (...3,2,1,0)
Gebruik (I1 ~ f8) om de tellerwaarde te
RESETTEN
6
AAN: de teller wordt teruggezet naar nul en
UIT
UIT: de teller gaat door met tellen
Telwaarde instellen
Doel (instel) waarde
Code van de teller (C1 ~ C4 totaal: 4 groepen).
4-59
Hoofdstuk 4 Software-index
Beschrijving