5.) Als S-curvetijd (3-04/3-05) is ingesteld op 0, is de S-curve niet beschikbaar. De versnellings- en
vertragingstijd liggen namelijk op lijn.
6.) Als de S-curvetijd (3-04/3-05) hoger is dan 0, zal de versnelling en vertraging worden uitgevoerd als in
het volgende schema.
7.) Ongeacht de afslaanpreventieperiode, bedraagt de versnellings- en vertragingstijd = ingestelde
versnellings- / vertragingstijd + S-curvetijd. Voorbeeld: versnellingstijd = 3-03 + 3-04
8.) Tijdens het versnellen en vertragen kan er een restfout optreden bij het wisselen van versnelling in
vertraging en vice versa. Stel de S-curvetijd in op 0 (3-04/3-05) als u de versnellings- en
vertragingstijd moet wisselen tijdens het versnellen en vertragen.
3-10 : Startfrequentie GS-injectierem (Hz): 0,1 – 10,0
3-11 : GS-injectieremniveau (%): 0,0 – 300,0
3-12 : GS-injectieremtijd (seconde): 0,0 – 25,5
3-12 / 3-10 is de proceduretijd en de startfrequentie van GS-remming, zoals de onderstaande grafiek
laat zien:
HZ
3-10
3-13 : Overslaanfrequentie # 1 (Hz): 0,00 –650,00
3-14 : Overslaanfrequentie # 2 (Hz): 0,00 –650,00
3-15 : Overslaanfrequentie # 3 (Hz): 0,00 –650,00
3-16 : Bandbreedte overslaanfrequentie (Hz): 0,00 –30, 00
Voorbeeld: als 3-13 is ingesteld op 10,0 Hz / 3-14 op 20,0 Hz / 3-15 op 30,0 Hz / 3-16 op 2,0 Hz
10 Hz
20 Hz
t
3-12
±2 Hz=8-12 Hz
±2 Hz=18-22 Hz
30 Hz
±2 Hz=28-32 Hz
4-31
Tijd
overslaanfrequentie
3-16
3-15
3-14
3-13
Hoofdstuk 4 Software-index