4.1.2 Gebruiksaanwijzing van toetsenblok
Stroomspanning (*1)
Frequentie/Snelheid/
Regelsnelheid
HZ/TPM
Frequentie/Snelheid/
Regelsnelheid
HZ/TPM
FUN
FUN
DSP
Uitgangsspanni
Ingebouwde PLC-status
*1 De omvormer zal de huidige instelling van 0-07 (netspanning) laten knipperen na inschakeling.
*2 4-04, 4-05 bepaalt de wergaven van frequentie, snelheid of regelsnelheid.
*3 De knop ENTER hoeft bij stoppen niet ingedrukt te worden voor aanpassing. Zie voorbeeld 1, 2.
*4 Of uitgangsstroom, uitgangsspanning, GS-spanning, status van ingebouwde PLC wordt
weergegeven of niet wordt bepaald door 4-00 ~ 4-03 respectievelijk.
Inschakelen
5 seconden later of voer gebruikssignaal in of druk op
DSP om frequentie aan te passen.
RUN/STOP
DSP
Selecteer de
parametergroep
v
Selecteer de
parametergroep
VOLT
LED brandt
:LED knippert
v <
Frequentie/Snelheid
HZ/TPM
/Regelsnelheid
ENTER
READ
FUN
DSP
END
DSP
GS-spanning
DSP
Uitgangsspanning
4-2
Hoofdstuk 4 Software-index
(*3)
(*2)
Parameterinstellin
ENTER
VOLT
DSP
AMP
(*4)